Ujukarin beschrijft in dit artikel het gedrag van mensen die ook wel boeddhisten worden genoemd. Hoe zijn hun gedragingen in het alledaagse leven? Ben je een volgzaam schaap, opkijkend naar de leraar of een individu die de boodschap van de Verhevene in zijn oren heeft geknoopt: geloof nooit een ander. Gisteren was er in deel één van dit artikel een algemene beschrijving. Vandaag begeeft Ujukarin zich in de weide met schapen maar gaat ook een bezoek aan slimmeriken niet uit de weg. En waarschuwt voor mensen die anderen minachten of het beter zeggen te weten.
Schapengedrag ver-weg
Voor iedere lezer/toehoorder van een praatje als dit is het leereffect het grootst als je eerst de situatie-ver-van-je-bed bekijkt. Zoals bij de boeddhisten in Azië. Een paar unieke voorbeelden van voor deze regio aanwezige groepsdwang, die toch een behoorlijke invloed kan hebben op hun gedragingen:
De familie, in grotere zin, ‘extended family’, is veruit de sterkste groep. Zij beschermt en helpt ons speciaal als we door jonge of oude leeftijd meer bescherming nodig hebben, maar eist daarvoor gehoorzaamheid aan haar waarden en haar gezagsdragers zoals de mater familias; of die nu in lijn zijn met de Vijf Leefregels dan wel ronduit onethisch.
En rond die families kunnen dan andere groepslidmaatschappen bestaan, bijvoorbeeld je religie-van-geboorte, soms zelfs je kaste, je politieke affiniteit etc. etc.
In India vertaalt zich dat onder andere in het bijna als een halfgod aanbidden van de leider die vele ex-onaanraakbaren tot het boeddhisme bracht: Dr. Ambedkar. En geen enkel greintje goeds kunnen accepteren over diens toenmalige opponenten, zoals Mahatma Gandhi. Zelf heb ik het grootste respect voor allebei, al vind ik dat Gandhi een grote fout maakte door te stellen dat onaanraakbaren per se binnen het Hindoeïsme systeem moesten blijven functioneren. Maar dat neemt mijns inziens niets weg van Gandhi ’s grootsheid in zijn denken over en handelen in andere dimensies. Doch het groepsdenken in beide kampen maakt dat je Ambedkar-volgelingen niets positiefs over Gandhi kunt vertellen, en andersom, dat de moderne Gandhi-volgelingen niets van de neo-boeddhisten willen weten. Dit is een voorbeeld van wat een ‘positieve groep’ kan zijn: de Gandhi-beweging heeft een spirituele dimensie en de Ambedkar-fans claimen zelfs een sangha te vormen, maar lopen tegen de grenzen aan van wat een groep in spiritueel opzicht kan betekenen. De dimensie van ‘positieve groep’ heb ik verder in dit betoog niet uitgediept, het kan een nuttige nuance zijn maar verandert de kern niet.
Vanuit die familie- en andere clans ontstaat ook het denken in termen van ‘wij de boeddhisten’ tegen ‘zij de anderen’, of zelfs ‘wij de waarachtige boeddhisten’ versus ‘zij die de Dharma zeggen te volgen maar verkeerd begrijpen, bijvoorbeeld vanuit Mahayana of Westerse verkeerde zienswijzen’. Dat is in individuele dialogen helemaal geen probleem, Boeddha liet altijd alle ruimte voor debat over de Dharma. Het is wél een probleem wanneer wij als groep normen aan de buitenwereld opleggen.
Zoals dat een tatoeage van Boeddha, respectvol bedoeld door de drager/draagster, altijd respectloos en verboden zou zijn. Of dat Boeddhabeelden niet zomaar in huiskamers of slaapkamers zouden mogen staan maar alleen in ‘respectvolle’ huisaltaren en tempels. Wie zijn wij om te oordelen wat voor de mede-door-Boeddha-geïnspireerde mens een ethisch gebruik van zo’n beeld is? Of dat onder geen enkel beding, ook niet vanwege eigen-religieuze-waarden of medische redenen, iemand in een vihara een sluier/hoofddoek of baseballpet zou mogen dragen?
En nog een stap verder gaat het omdopen van lidmaatschap-van-de-groep-der-boeddhisten tot iets dictatoriaal-superieurs, zoals dat ook geregeld bij andere religies gebeurt. Typisch wij-zij denken, en bijvoorbeeld stellend dat ‘een goede etnisch Silankaan geen christen kan zijn maar alleen boeddhist’ of dat ‘het land andere religies dan boeddhisme alleen kan tolereren als ze zich écht als minderheid opstellen en nergens proberen invloed uit te oefenen qua taal, cultuur en regels in de openbare ruimte’, of dat we ‘terug moeten naar de cultuur van 150 jaar geleden’ met andere woorden het Boeddha-Taliban-denken. Voorbeelden hiervan zie je regelmatig in de pers, onder andere de 69-beweging in Myanmar (Birma) die het aan de stok heeft met moslim-minderheden en de BBS in Sri Lanka, die zowel christenen als moslims het liefst op hele grote afstand, dan wel zich buitengewoon nederig gedragend ziet.
Voor deze boeddhisten zou ik deze vuistregel willen aanbieden: we zijn allen medemensen wonend in land XYZ en deelnemend aan het waardenpatroon dat in dat land gebruikelijk is. En dat patroon ontstaat en groeit vanuit een democratische dialoog en samenspraak tussen allen – meerderheden én minderheden. Eigen waarden erop nahouden is geen probleem maar dan uitsluitend in aanvulling op, nooit ter vervanging van de door ons –de inwoners van zo’n land vastgestelde geldende wetten, normen en regels. Die geen enkele vorm van discriminatie naar ras/religie/seksuele geaardheid tolereren en elk nodeloos kwetsen (smaad) zullen verbieden.
Schapengedrag dichtbij
Dan nu een aantal andere voorbeelden die je dicht bij huis (maar ook in Azië) zou kunnen tegenkomen.
‘Sociale’ verslavingen zoals drinken, roken en gokken. Als lid van de sangha is het makkelijk om je hier ver van te houden, maar als pakweg collega-op-een-kantoor, lid-van-de-sportclub of bezoeker-van-familiefeesten komen er heel andere vormen van groepsdwang in beeld.
De gebruikelijke samsarische rat race voor status, meer aanzien willen hebben dan de buren en dus schaapachtig de modes in de wijk kopiëren maar nét wat duurder en luxer dan die buren, ga zo maar door. Allemaal bepaald niet conform het dharmische advies in de Derde Leefregel van rust, eenvoud en tevredenheid.
Nog een stap verder zou je elk wij-zij denken als groepsdwang kunnen zien. Bijvoorbeeld elke onderverdeling op basis van huidkleur, van hier in het Westen geboren zijn dan wel als immigrant gearriveerd te zijn, of op basis van religie. Westerlingen tegen moslims, zigeuners en Joden, ook al wonen die hier al lange tijd. Kenmerkend is dat mensen zich willen onderdompelen, noem het onzichtbaar worden als individu, door zich groepsgewijs te presenteren als moslim of Jood en daarna pas als burger/medemens van het land XYZ met een waardenpatroon dat dat land kent. Ook hier denkt het individu niet zo kortzichtig als deze schapen, voelt zich verbonden met álle medemensen en overstijgt zij/hij deze kunstmatige grenzen. En helpt hij/zij om een waardenpatroon te ontwikkelen en handhaven dat voor zowel meerderheid als minderheid acceptabel is, conform de eerder voor Azië gegeven vuistregel.
En ja, ook zij die zich boeddhist en/of vegetariër noemen maken zich door hun typering schuldig aan die wij-zij groepsdwang. Zo zijn er onder andere gewelddadige protesten geweest tegen slachterijen, tuincentra die geen boeddhabeelden meer mogen verkopen omdat het respectloos tegen Boeddha zou zijn, noem maar op.
Hier zie je twee misvattingen samenkomen: ten eerste een groep die meent niet alleen de eigen leden maar ook de buitenwereld regels te mogen opleggen, zoals het al dan niet in één ruimte mogen zijn van mannen en vrouwen, het eerbiedigen van de zondagsrust of het afbeelden of verkopen van sommige dieren. Dat is een ‘doodzonde’ in een multiculturele en multireligieuze samenleving, en ook geheel tegen Boeddha’s regels over Metta ingaand. En ten tweede zie je dat boeddhisten de neiging hebben zich in deze context bezig te houden met spiegeltjes en kralen, het etaleren van symbolen en elementen uit de Dharma waar de Boeddha zelf altijd tegen waarschuwde. Hij wilde bijvoorbeeld geen beeltenissen van zichzelf en geen grafmonumenten, geen uiterlijk vertoon. Zaken waarvan de Boeddha maximaal zou zeggen: ‘ze zouden je tot op zekere hoogte kunnen helpen, maar net zoals je een vlot moet achterlaten als je er de rivier mee overgestoken hebt, is het meedragen van alle expliciete symbolen van Dharma uiteindelijk zinloos’. Dus voor dit soort opzichtig dicteren-van-gedrag kun je zeggen dat een ariya zich er dubbel voor zou moeten schamen. Zowel voor het feit dat daardoor deze groep geen metta en tolerantie uitstraalt/heeft richting leden-van-andere-groepen, als dat ze binnen het boeddhisme hoofd- en bijzaken door elkaar halen.
Om dit uitstapje van groepsgedag inzake misverstanden-over-de-Dharma nog even te vervolgen- het is niet specifiek Westers want in Azië waar ik regelmatig verblijf zie je het ook massaal, deze uitingen, het superioriteitsgevoel van boeddhisten. Het heeft te maken met een primair emotionele/instinctieve verbinding met de Boeddha, en daardoor snel zich beledigd kunnen voelen als een ander, zelfs een mede-boeddhist, dat nu nét wat anders en meer relativerend ziet. Er is niets mis met Saddha oftewel waarachtige devotie voor Boeddha en Dharma; sterker nog het vormt een goede tegenkracht tegen de soms wat ver doorgeschoten en in het Westen populaire Newton/Descartes wetenschappelijke en rationele benadering, waar alle banden tussen mens en natuur irrelevant zouden zijn. Maar die echte Saddha vermijdt het zich fixeren op symbolen, en weet dat er niemand en niets substantieels is dat zich aangevallen of beledigd zou kunnen voelen, als anderen afwijkende meningen en minder-dan-gewenst respect tonen. En het groepsgedrag van overgevoelige boeddhisten is dus beslist geen Saddha maar slechts verwardheid… Let wel, dit is geen aanmoediging tot doelbewust beledigen van andermans religieuze gevoelens, ook niet als die ander volgens jou het boeddhisme totaal niet snapt. Wij allen hebben ons immers te houden aan de Spraakvoorschriften. Maar het is wél een aanmoediging om stevig in je schoenen te staan wat voor jou uit eigen ervaring de Dharma is, en bijvoorbeeld compassie te hebben met Aziatische boeddhisten die zich in Westerse tempels niet thuis voelen als daar getolereerd wordt dat studenten met de voeten naar het Boeddhabeeld gericht zitten…
Stappen op het Pad tot Slimmerik
Het moge duidelijk zijn wat we allemaal op ons bordje hebben om in het leven wat minder aan groepsdwang-zelfs van mede-sanghaleden, vast te zitten en meer individu te worden:
Een basisregel van de Dharma is ‘Ehipassiko’, kom en zie voor jezelf in plaats van voetstoots zaken van anderen aan te nemen. En dat geldt dus zeker voor alles dat anderen, onderdeel van de groepen waarin je verkeert, zeggen over (ethisch) gedrag en over de Dharma. Pas als het voor jou blijkt te werken is het iets om na te leven, zo nee dan kan het uiteindelijk reden voor je zijn een ander spiritueel pad te gaan zoeken.
Heb er respect voor dat anderen vanuit devotie misschien strikter omgaan met symbolen van de Boeddha dan jijzelf, en ga ze niet om die reden expliciet beledigen. Daar staat tegenover dat zij ook jouw mening en ervaring met die symbolen respecteren. Probeer er samen uit te komen en te ontdekken wat in een tempel of land voor jullie beiden een goede en respectvolle manier van de Dharma-beleving is..
Anderzijds: zodra iemand iets zegt over ‘die boeddhisten onder wie JIJ’ of als een mede-boeddhist zegt: ‘Wij boeddhisten doen toch…’dan wordt het echt tot tien tellen voor je reageert. Als boeddhist zou je je helemaal niet aangesproken moeten worden door enige statements over ‘groepsgedrag’. Je bent alleen aanspreekbaar op jouw gedrag als boeddhist: leven conform de Leefregels, vanuit het besef dat alle mensen zoveel gemeenschappelijk hebben dat praten over ‘ik’ en ‘de ander’ gerelativeerd moet worden, dat soort dingen…
Voor zover je daar invloed op hebt, kies je de groepen waarin je deelneemt zorgvuldig. Sportclub, politiek, vriendenclub, bepaalde familiemeetings – als in één daarvan een portie groepsdwang, gedrag dat je onethisch vindt zit, dan kan dat tijd zijn voor verandering.
En wees je constant bewust van de valkuil van de individualist. Het gaat niet om je afzetten tegen de groepswaarden omdat ze van de groep zijn, maar om het verwerpen van die waarden waar je zelf ervaren hebt dat ze niet conform de Dharma zijn. Waarden die zouden moeten prevaleren en een onbegrensde metta en compassie naar alle levende wezens toe, inclusief de leden van de groep die het zo danig met jou oneens zijn, opleveren.
Henk zegt
Hallo Ujukarin,
In het algemeen een goed geschreven artikel, dank daarvoor. Wat ik me wel afvraag is of het accepteren dan wel verwerpen van welke waarden dan ook geen dualistische denkpatronen doet ontstaan in de denkende geest. Het analyseren en be- of veroordelen van verschijnselen is toch een karmische bezigheid?
Ujukarin zegt
Hoi Henk,
Goed punt. Geldt in veel bredere zin voor ons hele dagelijkse handelen. Voor nederige onverlichte stervelingen zoals ik en vermoedelijk ook jou zit de denkende geest ‘er nog tussen’, en nieuwe input zoals de Dharma kan die geest tot meer dualisme verleiden. Dat is een zaak van gewoon alert op zijn want Dharma mits goed beoefend bereikt je Citta (‘echte geest’) welke volgens boeddhisme fysiek in het Hart gelokaliseerd is.
M.a.w. wordt het meer en meer een spontaan handelen vanuit bewustzijn inclusief eigen ehipassiko-ethiek, en realiseer je je dan ook welke stukjes gedrag vanuit groepswaarden komen inplaats van eigen ethiek. Maar zo ver ben ik in ieder geval nog niet dus heb ik die formele Dharmateksten en adviezen zoals van-Schaap-naar-Slimmerik nog zo af en toe nodig ;-)
With folded palms,
Henk zegt
Hallo Ujukarin,
Tsja, natuurlijk ben ik allang verlicht, maar weet ik niet dat ik het altijd al wist:-) Hetzelfde geldt voor jou natuurlijk; weten dat je allang zover bent, maar niet weten dat je het weet… Dus blijven we voorlopig maar werken met die denkende geest tot we beter weten:-)