Autoriteiten in de door Tibetanen bevolkte Chinese provincie Qinghai dwingen herders om hun traditionele weidegronden te verlaten. De deadline liep op 23 augustus af. Nomaden die zich dan nog in het gebied bevinden krijgen een boete van 1.000 yuan (US $152) en kunnen in de gevangenis worden opgesloten. Dat melden bronnen aan RFA.
De autoriteiten hebben tot nu toe geen verklaring gegeven over het waarom van de maatregel. Het gaat niet alleen om de herders die nog in de streek in de Golog regio met hun dieren zwerven, maar ook om nomaden die daar al in hun winterkampementen verblijven.
Tibetaanse nomaden laten hun vee bijna drie maanden grazen in de graslanden, tot uiterlijk eind juli. De meeste nomaden hadden het gebied dan ook al met hun vee verlaten. Degene die achterbleven kregen gewapende politie op hun dak gestuurd. De nomaden uit onder meer Horkor en Takor hebben inmiddels te horen gekregen dat ze de wintermapen in het gebied moeten verlaten. Volgens RFA weten ze niet waar ze naar toe moeten en zijn ze bevreesd voor hun toekomst. Het beleid van China is er op gericht dat nomaden een beroepsopleiding volgen en een baan vinden. Maar de nomaden hebben weinig kansen die te vinden in de moderne economie.