Tibetaanse en internationale mensenrechtengroepen hebben deze week er bij China op aangedrongen de door China ontvoerde Gedhun Choekyi Nyima, de elfde incarnatie van de Panchen Lama, vrij te laten. Het kind werd op zesjarige leeftijd in 1995 met zijn familie in Tibet ontvoerd waarna verder niets meer over hem is vernomen.
De Dalai Lama erkende tegen de zin van China de elfde incarnatie van de Panchen Lama, in lijn Tibets tweede belangrijkste boeddhistische leider. China schoof na de verdwijning van de jongen Gyaincain Norbu als plaatsvervanger naar voren. Over het lot van Gedhun Choekyi Nyima is ondanks verzoeken van onder andere de Verenigde Naties en andere internationale agentschappen en mensenrechten organisaties niets bekend geworden. Peking weigert elke mededeling over hem.
In een open brief die op 25 april, de verjaardag van de Panchen Lama, is uitgebracht, sprak de voorzitter van de Amerikaanse commissie voor internationale religieuze vrijheid de verdwenen Panchen Lama rechtstreeks toe. ‘Weet dat ik dagelijks aan u denk en naarmate de tijd verstrijkt mijn vastberadenheid om u te vinden alleen maar sterker wordt.’