De hoge commissaris voor mensenrechten van de VN Zeid Ra’ad Al Hussein heeft er bij de regering van Birma (Myanmar) op aangedrongen concrete maatregelen te nemen tegen discriminatie en schendingen van de mensenrechten van de Rohingya moslimminderheid in dat land. In een VN-rapport wordt een lange reeks van misbruik en intimidatie van de Rohingya’s gerapporteerd. De moslims worden niet erkend als bevolkingsgroep en geconfronteerd met beperkingen van hun vrijheid, ze staan bloot aan geweld en gebrek aan veiligheid en het recht op gezondheidszorg en onderwijs wordt hen ontzegd.
De Rohingya’s in het boeddhistisch Birma zijn ook onderworpen aan dwangarbeid, vrouwen worden geconfronteerd met seksueel geweld en hun politieke rechten zijn zeer beperkt. Volgens de rapporteurs leven vier jaar na de aanslagen op deze gemeenschap, waarbij zeker 120 doden vielen, 120.000 Rohingya’s nog in kampen voor ontheemden. Zeid waarschuwt dat haatdragende taal en religieuze onverdraagzaamheid door bepaalde ultranationalistische boeddhistische groepen het risico op het uitbreken van geweld verhogen. Het patroon van schendingen kan worden beschouwd als misdaden tegen de menselijkheid, zei de VN-functionaris. De hoge commissaris erkent dat meer middelen en tijd zou nodig zijn om de situatie te veranderen, maar drong er bij de nieuwe regering op aan snel actie te ondernemen om een eind te maken aan de huidige situatie en toekomstige schendingen te voorkomen.
Klaas zegt
Goed dat dit onderwerp hier van tijd tot tijd aan bod komt. Je hoort of leest er elders weinig over.
Hou ons op de hoogte.