Enkele tientallen vooraanstaande boeddhisten in Amerika, Canada en Europa, nemen het in een open brief, afgelopen week gepubliceerd in enkele Noord-Amerikaanse en andere media, op voor de belangen van moslimgemeenschappen in Noord-Amerika en Europa. Zij vragen andere boeddhisten zich vanuit de boeddhistische beginselen te onthouden van het zaaien van haat tegen moslims, het aanwakkeren van nationalistische gevoelens en het misbruiken van de dharma om etnische conflicten te duiden en goed te keuren.
De ondertekenaars van de brief zijn van mening dat boeddhistische waarden, zoals naastenliefde, mededogen, mede-vreugde en gelijkmoedigheid hier haaks op staan. Directe aanleiding voor het opstellen van de open brief zijn de recente gebeurtenissen in het westen van Birma, waar moslim- en boeddhistische gemeenschappen elkaar over en weer naar het leven staan. Tienduizenden mensen zijn op de vlucht, tientallen mensen zijn gedood. Volgens rapporteurs van de Verenigde Naties wakkert het Birmese leger het conflict tussen beide groepen aan.
‘De overgrote meerderheid van moslims over de hele wereld bestaat uit vreedzame, gezagsgetrouwe mensen, die dezelfde dromen, verwachtingen en ambities hebben als hun niet-islamitische buren. Zij zijn onze vrienden, onze familie, onze collega’s, onze buren en onze medeburgers. Belangrijker nog, we zijn elkaars gelijken. We voelen ons met hen verbonden in deze voor hen heilige Ramadanmaand en veroordelen ondubbelzinnig elke uiting van islamafobie,’ schrijven de samenstellers van de open brief.
De ondertekenaars zeggen als westerse volgelingen van de Boeddha hun groeiende bezorgdheid uit te willen spreken over discriminatie van moslims, en die boodschap wereldwijd af te willen geven aan zowel regeringen als aan boeddhistische gemeenschappen. De verontruste boeddhisten stellen dat in de afgelopen tien jaar in Noord-Amerika en Europa vreedzame islamitische gemeenschappen te kampen hebben gehad met politie-infiltratie, vandalisme en brandstichting en wetgeving om uitingen op religieus gebied tegen te gaan.
Media melden dat in de boeddhistische gemeenschap wereldwijd boeddhistische leiders en kloosterlingen het schenden van mensenrechten tegen moslimgroepen onderschrijven en goedkeuren. Zo zouden in Birma, zo meldt The Independent boeddhistische kloosterorganisaties het inrichten van vluchtelingenkampen voor zwaar vervolgde Rohingya moslims in de deelstaat Rakhine blokkeren. Ook zouden boeddhistische kloosterordes het samengaan van Rakhine boeddhisten Rohingya moslims ontmoedigen.
De ondertekenaars vinden dat in deze tijd van conflicten het leven en de leer van de Boeddha een lichtend voorbeeld voor de wereld zou kunnen zijn. ‘Boeddha leerde ons respect te hebben voor alle mensen, het geluk van iedereen te bevorderen en geweldloos- of met gepast geweld onze problemen op te lossen,‘ zeggen de briefschrijvers.
Internationaal is er veel onbegrip over de houding van de Birmese regering en boeddhisten in dat land in het conflict tussen boeddhistische- en moslimgemeenschappen. De Rohingya moslims vormen een etnische minderheid in de Rakhine regio, in het westen van Birma. Deze moslims behoren volgens de Verenigde Naties tot een van de meest vervolgde minderheden in de wereld. Ze zijn onder meer verstoken van onderwijs en vervoer en worden als illegalen beschouwd. In juli vluchtten na gewelddadigheden duizenden Rohingya over de grens met Bangladesh, waar zij niet als vluchtelingen maar als illegale asielzoekers worden behandeld.
Bronnen: BNN.