Het boeddhisme heeft een lange traditie van cohabitatie met bedenkelijke regimes. Bij het westerse boeddhisme zou je hopen op een wat kritischer attitude. Een vervolg op mijn artikel over een column van André van der Braak in BoeddhaMagazine
De discussie in het Boeddhistisch Dagblad over mijn artikel van 14 augustus spitste zich toe op de geschiedenis. Vandaag heb ik daarom met deze reactie om aandacht gevraagd voor het eigenlijke vraagstuk dat ik aansneed:
Anno 2014 keert de vooraanstaande Nederlandse boeddhistische leraar André van der Braak terug van een studiereis en schrijft een column in BoeddhaMagazine onder de titel: “De Chinezen komen!” Daarin neemt hij met een verwijzing naar de ‘harmonious society’ kritiekloos de Chinese staatspropaganda over. Dit wilde ik graag aan de kaak stellen, te meer daar hij de praktijk van het geëngageerde boeddhisme in China koppelt aan die ‘harmonious society’.
Het ontbreken van enige reflectie van de zijde van de auteur maakt dit naar mijn mening een uitglijder van de eerste orde. Kun je door je enthousiasme over het boeddhisme ter plaatse zo verblind worden dat je de maatschappelijke werkelijkheid uit het oog verliest?
Of is deze hoogleraar in de dialoog over het boeddhisme aan de Vrije Universiteit al te zeer in de ban geraakt van Romeinen 13?*
Hoe lang of kort wij onze belijdenisvrijheid ook mogen hebben, deze is een kostbaar goed. Ik hoop dat we in het Westen het boeddhisme en deze vrijheid op een andere manier met elkaar kunnen verbinden dan in China. Hierop mogen we, neen: moeten we, onze leraren aanspreken. Ik spreek André van der Braak hier met mijn artikel in het publiek op aan.
– * Romeinen 13, vers 1-3 (nieuwe Statenvertaling): 1 Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, 2 zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen. 3 Want voor de overheid hoeft men niet te vrezen, wanneer men goede werken doet, maar wel als men kwade werken doet. Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen.
Kees Moerbeek zegt
Ruim een jaar geleden verscheen het artikel ‘Boeddhisme ‘booming’ in China’ van André van der Braak (zie link). Hieronder citaten uit dat artikel. Mogelijk werpen ze een ander licht op Van der Braak, dan uit het stuk van Jules Prast naar voren komt.
Over godsdienstpolitiek van China
‘…Het is in China niet mogelijk om zonder de goedkeuring en controle van de overheid het boeddhisme te beoefenen. Daar staat tegenover, dat in China de bemoeienis van de staat met het religieuze leven altijd heel streng is geweest. De huidige tijd is in feite niets anders dan de voortzetting van hoe het altijd geweest is.’
‘De controle van de overheid richt zich er met name op dat religie niet met politiek vermengd wordt. Religie mag, maar het aanwenden van politieke doeleinden is absoluut taboe. Dat verklaart ook de paradox dat het Tibetaans boeddhisme in China zeer populair is, maar dat de Dalai Lama persona non grata is…’
Over vrijheid van meningsuiting e.d. in China
‘De politieke situatie in China zal niet snel veranderen, en vrijheid van meningsuiting zie ik al helemaal niet aan de horizon opdoemen. Toch ben ik onder de indruk van de oprechtheid en de toewijding van de nieuwe generatie boeddhisten in China. Tegen de verdrukking in, vaak met weinig kennis van de dharma, geven ze zichzelf aan het opbouwen van een nieuw boeddhisme in China. Het is daarbij altijd balanceren op de wankele rand tussen onafhankelijk zelfonderzoek, en conformisme aan wat de staat verwacht.’
Positie Tibetaanse boeddhisten in China
Opvallend vind ik het volgende. ‘Toen ik tijdens de lunch in een boeddhistisch klooster het gesprek op Tibet bracht – ik meende met typisch Westerse politieke correctheid dat ik dit thema toch niet onbesproken kon laten -, werd de situatie diplomatiek door mijn boeddhistische gastheer opgelost. ‘De Tibetaanse boeddhisten hebben het moeilijk in China’, zei hij, ‘maar wij hebben gelukkig goede relaties met de overheid, dus als je met ons klooster een dialoog voert heb je nergens last van….
…. Ik heb het er verder maar bij laten zitten.’
Maar oordeelt u zelf.
http://www.vriendenvanboeddhisme.nl/html/boeddhisme_in_china.html
Jules Prast zegt
Dankjewel voor deze aanvulling, Kees.
Olaf van Kooten zegt
Ik denk dat we vooral onderscheid moeten maken tussen het beleid van het staatsapparaat in China en de inzet van individuele Boeddhisten in China. Het is inderdaad zo dat je momenteel in China van alles mag zolang je je maar niet in de politiek mengt. Wat leidt tot een soort ongecontroleerd graai kapitalisme en ongeremd consumisme. Ik vermoed dat veel mensen de onderdrukkende politieke situatie ontvluchten door zich onder te dompelen in het Boeddhisme. Als we ons Falung Gong voor de geest halen, een vredelievende godsdienstige beweging die zich op een gegeven moment met de politiek zijn gaan bemoeien (in de ogen van het polit bureau natuurlijk). Het resultaat is duidelijk. Dat neemt niet weg dat er veel mensen in China af zien van materiële weelde en zich wenden tot het Boeddhisme. Dat is in de huidige socio-politieke situatie naar mijn mening bewonderenswaardig. De vraag is of wij nu de Chinese politiek moeten bekritiseren of de individuen in China moeten steunen. Als oprechte Boeddhist meen ik dat ook hier de middenweg de juiste is.
Sjoerd Windemuller zegt
Is het niet zo, dat als je het woord God door Hemel vervangt, dat je dan een Chinese opvatting van het gezag en de autoriteit van de overheid hebt die overeenkomst heeft met de orthodox protestantse anti revolutionaire opvatting die zo’n 60 jaar geleden in Nederland nog bestond?
De omgang met andersdenkenden stoelde daar m.i. op.
Desnoods met de blanke sabel en/of de karabijn of het leger werd deze ordening gehandhaafd. Daar zijn talloze schrijnende voorbeelden van in het verleden van ons land, “onze” koloniën en de tolerantie voor het gedrag van het koningshuis en de overheid.
Waar zitten de verschillen?