Nederlanders vinden dierenleed van varkens het meest erge in de Nederlandse vee-industrie, internationaal varkenstransport baart hen hierbij de meeste zorgen. Dit blijkt uit representatief onderzoek van TNS NIPO in opdracht van Wakker Dier.
Respondenten rangschikten negen wetenschappelijk erkende welzijnsproblemen uit de vee-industrie en visserij op hoe (on)acceptabel zij deze vonden. Zij plaatsten verschillende vormen van varkensleed op de eerste, tweede én derde plaats, gevolgd door keizersneden bij vleesrunderen en de plofkip. De nummer één is het internationale transport dat jaarlijks meer dan 10 miljoen varkens ondergaan. Op nummer twee eindigde de krappe huisvesting van varkens. In hun hokken hebben de speelse en intelligente dieren amper afleiding, waardoor ze gefrustreerd raken en in elkaars staart en oren bijten. Op nummer drie staat de kraambox van zeugen (moedervarkens) waarin deze dieren slechts één stap voor- of achteruit kunnen zetten. Wakker Dier: “Maar liefst 90 procent van de Nederlanders vindt een of meerdere omstandigheden in de vee-industrie onacceptabel. Hieruit blijkt maar weer hoe scheef de verhouding is tussen wat mensen acceptabel vinden, en wat ‘normaal’ is achter de dichte staldeuren van de vee-industrie.”
Resultaten
Er was opvallend veel overeenstemming onder de respondenten: ongeacht hun leeftijd, geslacht of opleidingsniveau vinden zij het transport van varkens het meest schrijnend. Stichting Wakker Dier vermoedt dat de dominante positie van varkens in de top 3 betekent dat mensen het meest met varkens meeleven. Voor consumenten die vaker kiezen voor diervriendelijkere producten, spreken ook kippen tot de verbeelding: de plofkip eindigde bij hen op nummer twee. Leed van vis spreekt duidelijk minder aan. Waar dierwetenschappers de doding van vis in een eerder onderzoek als meest dieronvriendelijke omstandigheid aanwezen, zetten consumenten deze op de negende plaats.
Het ergst: Transport
Er worden elk jaar rond de drie miljoen vleesvarkens versleept over de Nederlandse landsgrens. Hier bovenop komen nog eens 7,5 miljoen biggen. Een groot deel gaat naar Duitsland, maar er worden ook levende varkens naar bijvoorbeeld Hongarije, Polen en Slowakije vervoerd. In de veewagens, waar de dieren vaak vele uren in moeten verblijven, worden 2 tot 5 dieren op een vierkante meter gepropt. De temperatuur in de vrachtwagen kan behoorlijk variëren en er kunnen onderlinge gevechten uitbreken.
Nummer 2: Kale hokken vleesvarkens
Varkens worden in hokken gehouden met weinig afleiding. Gangbare vleesvarkens tot 110 kg hebben hierin 0,8 m2 vloeroppervlak per dier. Het speelmateriaal bestaat meestal uit een harde plastic bal aan een ketting. De intelligente en speelse dieren vervelen zich en zijn zo gefrustreerd, dat ze elkaar in de staart of oren bijten. In plaats van meer ruimte en afleidingsmateriaal te geven, wordt bij de varkens uit voorzorg de krulstaart met een gloeiend heet mes onverdoofd afgesneden als ze slechts een paar dagen oud zijn. Wakker Dier startte dit jaar een campagne voor een beter varkensleven en boekte al een aantal successen (zie http://www.wakkerdier.nl/varkenscampagne).
Nummer 3: Kraamhokken
Zeugen staan 4 tot 5 weken aaneengesloten in een hok tussen stalen stangen. Ze kunnen slechts 1 stap voor- of 1 stap achteruit zetten. Het is een goedkope manier om te voorkomen dat de zeug op één van haar biggen gaat liggen. Jaarlijks gaat het alleen al in Nederland naar schatting om bijna een miljoen zeugen, die 2x per jaar een periode van 4 tot 5 weken in het krappe kraamhok staan. Ook rond de bevruchting worden de dieren nog een aantal dagen vastgezet tussen stangen.