Steeds meer mensen spreken zich uit tegen het geweld in het Israël-Palestina conflict. Zo ook beroepsgroepen als zorgverleners en rijksambtenaren. Op 24 oktober jl. hebben 235 advocaten en juristen in Nederland een statement uitgebracht. (Dat statement geeft de situatie in oktober weer maar is inmiddels aanzienlijk verslechterd. red. BD)
In navolging op het statement zullen zij aanstaande donderdag 23 november bij het ICC in Den Haag met advocaten en juristen uit binnen- en buitenland samenkomen. Tezamen zullen zij persoonlijk namens een nog grotere groep collega’s de aangifte inzake het aanhoudende conflict in Israël-Palestina aan het ICC overhandigen.
Het statement: ‘Met de grootst mogelijke zorgen en ontsteltenis volgen wij de steeds verder verslechterende situatie in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Met lede ogen aanschouwen wij het verval van universele principes van menswaardigheid. Principes die in mensenrechtenverdragen zijn vastgelegd, waarvoor protocollen zijn opgesteld en ter bescherming waarvan VN-resoluties zijn uitgevaardigd. Niet voor niets worden deze principes universeel genoemd. Dat betekent dat ze geldend zijn voor iedereen, ongeacht woonplaats, etniciteit of religie.
Daar waar de Nederlandse overheid, met Den Haag als Stad van het Recht, het voortouw zou moeten nemen en op luide toon en met voldoende daadkracht tot een staakt het vuren zou moeten oproepen, blijft zij opvallend genoeg voornamelijk aan de zijlijn staan. Weliswaar worden hier en daar enkele voorzichtige oproepen aan Israël gedaan om zich aan het recht te houden, maar het gebrek aan intensiteit van die oproepen staat in geen verhouding tot de feitelijke situatie. De uitspraak dat men er het volste vertrouwen in heeft dat Israël zich aan het recht zal houden, kan gezien de geschiedenis maar ook gezien de huidige realiteit geen standhouden.
Het moge immers bekend worden verondersteld dat Israël zich, sinds haar oprichting op Palestijns grondgebied in 1948, ten opzichte van de Palestijnen nauwelijks iets aan het recht gelegen laat liggen. Het is onmogelijk dat de Nederlandse regering geen weet heeft van de Israëlische apartheidspolitiek, van het illegale nederzettingenbeleid, van de landroof, van de intimidatie, onderdrukking en van het zonder proces detineren van Palestijnse burgers. Dit gebeurt al decennialang. Al tientallen jaren worden de mensenrechten van het Palestijnse volk stelselmatig geschonden. Daarbij wordt nauwelijks tot geen onderscheid gemaakt tussen meerderjarigen en minderjarigen. Zelfs kinderen worden zonder scrupules tot slachtoffer gemaakt. De vele rapporten van NGO’s hierover, zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend Human Rights Watch, PCHR, Al Haq, Amnesty International en B’Tselem, worden genegeerd.(1) Zodoende kijkt de internationale gemeenschap, waaronder in belangrijke mate ook Nederland, keer op keer weg. Met betrekking tot Nederland is dat des te schrijnender, nu wij in artikel 90 van onze Grondwet de unieke opdracht hebben staan dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert.
Wij, de ondergetekende advocaten, willen niet aan de zijlijn blijven staan. Wij kunnen niet onze ogen sluiten voor het feit dat met de Israël-Palestina situatie dubbele standaarden lijken te worden gehanteerd. Toen Rusland Oekraïne binnenviel verdrongen politici elkaar om het onrecht van de hoogste torens te schreeuwen. Terecht ook. Maar nu, terwijl in ieder geval Noord-Gaza etnisch gezuiverd wordt en het Palestijnse volk collectief gestraft wordt voor de misdaden van Hamas, blijft het veel te stil.
Dag in dag uit richt Israël grote verwoestingen aan. Zelfs al zou Hamas gebruik maken van civiele objecten, dan nog is de grootschalige vernietiging die Israël in reactie aanricht buitenproportioneel. Er worden dagelijks tientallen bommen afgevuurd op gebouwen waarbij duizenden Palestijnse burgers om het leven zijn gekomen. Door de disproportionaliteit daarvan wordt bij deze aanvallen het humanitair oorlogsrecht veelvuldig geschonden.
Amnesty International heeft recentelijk geconstateerd dat onwettige aanvallen zijn uitgevoerd op hoogbouw, een vluchtelingenkamp, een gezinswoning en een openbare markt. (2) Door geen goede voorzorgsmaatregelen te nemen om burgers te beschermen of door willekeurige aanvallen uit te voeren waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen burgers en militaire doelen, werd ook hierbij het humanitaire oorlogsrecht geschonden.
Bovendien heeft Israël Gaza volledig afgesloten van toegang tot water, voedsel, elektriciteit en brandstof. Het uithongeren van een burgerbevolking is eveneens een schending van het humanitaire oorlogsrecht. Daarnaast is het gebruik van witte fosfor bij Israëlische aanvallen geconstateerd (door Human Rights Watch).
Het dodental onder de Palestijnen is inmiddels gestegen tot in ieder geval 5.087, waaronder 2.055 kinderen. (thans meer dan 11.000). Deze aantallen blijven dagelijks stijgen. Dit zijn burgers die geen enkele kant op kunnen, nu Gaza al 16 jaar is afgesloten van de buitenwereld (de grootste openluchtgevangenis ter wereld). Vluchten is voor hen geen optie. Er kan nergens naartoe worden gevlucht. Dit maakt de situatie nog schrijnender.
Israël bepaalt of en hoeveel hulpmiddelen via de Egyptische grens Gaza mogen bereiken. Tot op heden zijn dit maar 34 vrachtwagens voor 2 miljoen Palestijnen die al 2 weken geen water en voedsel hebben. Er staan momenteel al dagen honderden vrachtwagens met hulpgoederen te wachten bij de grens die Israël weigert open te stellen. Hulpmiddelen die hard nodig zijn in bijvoorbeeld ziekenhuizen waar men noodgedwongen operaties moet uitvoeren zonder narcose en verlichting.
Wij citeren demissionair minister van Justitie Yeşilgöz: “Vrijwel iedereen zal het erover eens zijn: wreedheden zoals genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven mogen niet onbestraft blijven. Waar ook ter wereld.” Het is hoog tijd dat zij haar woorden waarmaakt.
Wij, de ondergetekende advocaten, veroordelen met klem de onevenredige reactie en de daarmee gepaard gaande wandaden van het Israëlische regime. Wij veroordelen zonder meer de misdaden van Hamas. Deze misdaden rechtvaardigen echter niet een collectieve bestraffing van de Palestijnse bevolking, in Gaza en daarbuiten.
Wij roepen de Nederlandse overheid op zich met betrekking tot de Palestijnen aan artikel 90 van onze Grondwet te houden. De Nederlandse overheid behoort zich tot het maximale in te spannen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de illegale bezetting van Palestijnse gebieden door Israël. Ook dient de Nederlandse overheid de oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen door Israël in de duidelijkste bewoordingen te veroordelen.’
1 Bron: https://www.hrw.org/report/2021/04/27/threshold-crossed/israeli-authorities-and-crimes-apartheid-and persecution
2 Bron: https://www.amnesty.nl/actueel/vernietigend-bewijs-van-oorlogsmisdrijven-israel-hele-families-in-gaza gedood