Beroepsorganisatie NU’91 en de International Council of Nurses (ICN) maken zich grote zorgen over de zorgprofessionals die momenteel hun werk moeten uitvoeren in de Israëlische en Palestijnse gebieden, waar een hevig conflict woedt. Femke Merel van Kooten, voorzitter van NU’91: ‘Het zorgpersoneel in het conflictgebied staat onder grote druk en moet met gevaar voor eigen leven medische hulp verlenen. Velen van hen zijn hierbij al gewond geraakt of zelfs om het leven gekomen. Dit is onacceptabel.’
Internationaal humanitair oorlogsrecht
NU’91 en de ICN roepen de partijen die betrokken zijn bij het conflict dan ook op om te stoppen met alle daden die het leven van zorgprofessionals en hun patiënten in gevaar kunnen brengen. Van Kooten: ‘Aan het internationale humanitair oorlogsrecht valt niet te tornen: de veiligheid zorgmedewerkers en burgers moet tijdens een conflict worden gegarandeerd en toegang tot de gezondheidszorg gerespecteerd. Laat zorgverleners veilig hun werk doen.’
The World Health Professions Alliance (WHPA), een globaal samenwerkingsverband waaraan onder andere de International Council of Nurses (ICN) deelneemt en waarvan NU’91 als ICN-lid onderdeel is, heeft het volgende statement uitgebracht:
‘The World Health Professions Alliance (WHPA) roept alle partijen die betrokken zijn bij het conflict in Israël en Gaza op om hun wettelijke verplichtingen onder de humanitaire wetten na te komen; om toegang tot de gezondheidszorg te respecteren en de veiligheid van burgers en zorgmedewerkers te garanderen. Zorgprofessionals voeren spoedeisende medische hulp uit in het conflictgebied zonder hierbij te letten op etniciteit, ras, religie of politieke voorkeur. Door in dit gebied te werken, nemen zij een enorm risico. Tragisch genoeg zijn veel van hen al gewond geraakt of zelfs om het leven gekomen.
Alle partijen in het conflict moeten zich houden aan de verplichtingen met betrekking tot het internationale humanitair oorlogsrecht. Onder de Geneefse conventies is het slecht behandelen of om het leven brengen van burgers verboden en moeten zieken worden behandeld. WHPA benadrukt verder dat het verboden is om veiligheidssymbolen te misbruiken. Ook mogen ziekenhuizen, andere gezondheidsinstellingen en voertuigen, zoals ambulances, onder geen enkele voorwaarde gebruikt worden als militaire basis of als ander transportmiddel.
WHPA steunt, in lijn met de humanitaire inspanningen die aan alle burgers in conflictgebieden moeten worden geboden onder de Geneefse Conventie, unaniem de uitvoering van zorg zonder risico voor het zorgpersoneel. Daarom roept WHPA op tot onmiddellijke stopzetting van alle daden die de levens van burgers of gezondheidswerkers in gevaar brengen. Toegang tot gezondheidszorg is een mensenrecht en iedere aanval op zorgprofessionals en hun patiënten is dan ook weerzinwekkend en onacceptabel.’