China heeft de bewering van speciale rapporteurs van de VN ontkend dat het een miljoen Tibetaanse kinderen heeft gescheiden van hun families en hen onder dwang in internaten heeft geplaatst als onderdeel van zijn poging om hen religieus, cultureel en taalkundig te assimileren in de dominante Han-Chinese cultuur. De Han-Chinezen of Han-volkeren zijn een Oost-Aziatische etnische groep die in China woont.
China’s meent dat de beschuldigingen zijn gedaan om het imago van het land te besmeuren. Een woordvoerder: ‘Zoals overal in de wereld het geval is, zijn er in de Chinese provincies en regio’s internaten om in de behoeften van de plaatselijke studenten te voorzien. Deze scholen bieden accommodatie, catering en andere internaatsdiensten. Het zijn geen gesloten faciliteiten en worden nog minder in militaire stijl gerund.’
De VN-deskundigen stellen dat er meer aan de hand is: het lesmateriaal voor Tibetaanse kinderen en de omgeving zijn opgebouwd rond de Han-cultuur; de lessen worden uitsluitend in het Mandarijn-Chinees (Putonghua) gegeven, met nauwelijks verwijzingen naar de Tibetaanse geschiedenis, religie en zeker niet naar de verbannen spirituele leider de Dalai Lama.