Pieter van der Kruijs over deze gerechtelijke dwaling: ‘De Rosmalense flatmoord. Onder deze naam staat de zaak bekend van de vrouw die op 10 april 2000, ruim 20 jaar geleden dus, levenloos werd aangetroffen in het halletje van haar flat in Rosmalen. De ambulancebroeders waren als eerste ter plaatse en daarna arriveerde de politie. Haar partner stond ook in dat halletje. Direct werd gedacht: een en een is twee en hij werd vrijwel onmiddellijk aangehouden.
Haar rechterhalsslagader was doorgesneden en aan de onderkant van zijn broek en op zijn schoenen werd haar bloed aangetroffen. Het werd hem fataal; rechtbank en hof achtten bewezen dat de partner haar van het leven had beroofd door haar met een mes uit de keukenla de keel door te snijden. Het geheel was gebaseerd op een wel heel dubieus deskundigenonderzoek. Men had abusievelijk vergeten de huls waarin het mes had gezeten en slordig in de la was teruggegooid op vingerafdrukken te onderzoeken. Wat zou je ook allemaal voor overbodig onderzoek doen als het duidelijk is wat er is gebeurd en wie de dader is.
De verdachte werd ontoerekeningsvatbaar geoordeeld en veroordeeld tot TBS met dwangverpleging die tot in 2018 heeft gelopen. Nadien laat de Hoge Raad (HR) de veroordeling in stand, omdat de HR nu eenmaal niet meer naar de feiten kijkt maar alleen beoordeelt of het recht op basis van de voorhanden feiten goed is toegepast.
De zaak bij de rechtbank deden we met twee advocaten. De ander had mij erbij gevraagd. Later werd hij officier van justitie en deed ik de zaak alleen.
Op de eerste pro forma zitting in juli 2000 werd de verdachte vrijgelaten vanwege ontoereikend bewijs en kwam de zaak stil te liggen tot In 2004 toen mevrouw Schieveld een cursus gaf over forensisch geneeskundig onderzoek waar een aantal rechercheurs uit deze zaak aanwezig was. De zaak kwam ter sprake en zij beval Eikelenboom aan die deskundig was geworden op het gebied van bloedspatpatronen. Hij had daarvoor een cursus gevolgd in Canada. Ze had er niet bij verteld dat Eikelenboom haar partner was en dat bleef zij verzwijgen, ook toen zij als forensisch geneeskundig deskundige voor deze zaak werd ingeschakeld.
In 2004 komt Eikelenboom met een rapport dat door het OM als nieuw bewijs wordt gepresenteerd. De cliënt wordt opnieuw aangehouden maar de rechtbank oordeelt dat die kennis over bloedsporen allang bestond en wijst de gevangenneming af. In hoger beroep echter vindt het hof dat wel sprake is van nieuw bewijs en beveelt de gevangenneming. Opnieuw gebeurt er iets geks, waarover hierna meer.
In 2007 toen de zaak in hoger beroep diende, heeft het hof een reconstructie bevolen in de flat waar dus allang weer andere mensen woonden. Die moesten tijdelijk de flat verlaten. Alle bloedspatten worden met verf teruggezet en de reconstructie laat een vrijwel onmogelijke houding zien van slachtoffer en verdachte want hun houdingen moesten overeenstemmen met de gevonden bloedspatten.
Maar het verhaal gaat er bij de raadsheren van het hof in als zoete koek zoals wij katholieken zeggen en de protestanten gebruiken het gezegde dat het erin gaat als Gods woord in een ouderling.
Achteraf vind ik dat ik hier een misser heb gemaakt. Wij zaten in een container via een beeldscherm naar de reconstructie te kijken. Het slachtoffer was aangetroffen in het halletje en lag over de dorpel waardoor de klapdeur tegen haar hoofd klapperde. Het mes lag ook op de dorpel.
In de reconstructie zou de verdachte na haar keel te hebben doorsneden het mes hebben laten vallen, achter de dichtvallende klapdeur zijn weggestapt, de flat via de voordeur verlaten en op de fiets zijn weggereden.
Er klopt niks van dit verhaal want als hij de slagader zou hebben doorgesneden dan had hij door het rondspuitende bloed veel op handen en kleding moeten hebben gekregen. De patholoog-anatoom die dit ook opmerkt moest zijn mond houden want bloedspatten en wat die doen behoort niet tot zijn deskundigheid! Er zit echter helemaal geen bloed op zijn kleding behalve onder aan zijn broek en op zijn schoenen dat moet zijn ontstaan toen hij weer thuis kwam en door de plassen bloed in het halletje was gedabberd. Ook op zijn fiets is geen spoor van bloed aangetroffen.
Maar cruciaal is dat als hij het mes laat vallen en achter de klapdeur weg stapt, de terugvallende klapdeur het mes van de dorpel moet hebben gestoten.
Tijdens de reconstructie was de klapdeur vastgezet omdat er allerlei kabels liepen voor de video-opnames. Ik had moeten vragen, zo nodig eisen, de deur los te maken zodat zichtbaar zou worden dat de gang van zaken van de reconstructie onmogelijk was; dit kon alleen gebeuren als het slachtoffer het mes zelf had gebruikt. In haar val komt zij tegen de klapdeur te liggen en het door haar meegevoerde mes op de dorpel. Dit klopt dan ook exact met de rechtermouw van haar bloes die met bloed was doordrenkt omdat die hand het mes had gehanteerd.
Ik heb me de blaren op de tong gepleit maar het hof kan niet bevatten dat een vrouw haar eigen keel kan doorsnijden. Het hof bleef bij de tendentieuze uitleg van de ingeschakelde deskundigen, het echtpaar Eikelenboom en Schieveld die hun relatie steeds hebben verzwegen. Het werd pas in een laat stadium ontdekt toen de rechter-commissaris (RC) telefonisch contact opnam met Eikelenboom, maar steeds Schieveld aan de telefoon kreeg.
Hoe zouden we het vinden als een echtpaar tegelijkertijd in een rechtbank of een hof zitting zouden hebben? Bovendien werden zij in 2004 als onafhankelijk deskundigen ingeschakeld terwijl Eikelenboom al in 2000, toen hij nog werkte bij het NFI in die hoedanigheid de plaats delict had bezocht. Hij kon dus niet meer onafhankelijk zijn.
Er ging in deze zaak veel mis, naast dat de rechters getuigden van een enorme tunnelvisie. Ik wil dat een beetje relativeren omdat ieder mens barst van de vooroordelen en tunnelvisies maar zij zijn wel professionals die daarop gespitst moeten zijn.
In juli 2000 was de eerste pro forma-zitting bij de rechtbank waarbij de verdachte werd vrijgelaten omdat rechtbank meende dat het bewijs onvoldoende was om hem in voorarrest te houden. De zaak komt stil te liggen totdat Schieveld, zoals ik hierboven uitlegde, een cursus geeft over forensisch geneeskundig bewijs die wordt bezocht door rechercheurs die op deze zogenoemde flatmoord zaten. De zaak komt op de cursus aan de orde en Schieveld doet de aanbeveling Eikelenboom in te schakelen zonder te zeggen dat het haar partner is. Eikelenboom doet een bloedspatonderzoek. Hij had zelf zojuist daarover een cursus gevolgd in Canada en spreidde kennis tentoon die behoort tot de elementaire natuurkunde. Op basis van zijn rapport vraagt het OM aan de rechtbank om de gevangenneming van mijn cliënt, maar de rechtbank wijst dit af want ziet niet dat het om nieuwe kennis gaat. In beroep denkt het hof daar heel anders over en vindt dat het rapport van Eikelenboom nieuw bewijs oplevert. En dan gebeurt er iets raars.
De voorzitter van die raadkamer van het hof die zich dus over de bewijswaarde van het rapport had uitgelaten, zit later ook de strafkamer van het hof voor die over deze zaak in hoger beroep oordeelt. Het is zeer de vraag of dit zich verdraagt met de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Nadien, als de hele strafzaak is behandeld, heeft de verdediging nieuwe deskundigen gevonden die tot geheel andere bevindingen komen. Dit wordt ten grondslag gelegd aan een procedure tot herziening, eerst bij de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) waarna de advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad de zaak voorlegt aan dit college. Er wordt nog meer nader onderzoek verricht waaronder een Belgische superdeskundige en de bevindingen zijn eenduidig namelijk dat als het hof deze kennis allemaal had gehad het onwaarschijnlijk zou zijn geweest dat het tot een veroordeling zou zijn gekomen. In de uitspraak van de HR van 13 oktober 2020 wordt de herziening bevolen en de zaak verwezen naar het hof Arnhem. Wie zou denken dat als een gezwinde haas de zaak door dat hof wordt behandeld omdat je toch wilt dat iemand die hoogstwaarschijnlijk ten onrechte is veroordeeld zo snel mogelijk alsnog recht wordt gedaan, komt bedrogen uit. Nu is er eindelijk de nog niet officiële mededeling dat de behandeling zal plaatsvinden op 22 augustus 2022.
Ik ben gepensioneerd maar wil graag nog eenmaal worden beëdigd om zelf die zaak bij het hof te behandelen.
Een volgende keer kom ik terug op de behandeling bij het hof en de uitspraak en vertel ik nog een paar onregelmatigheden die zich bij rechtbank en hof hebben voorgedaan.’