Het routinematig afbranden van biggenstaartjes is al bijna dertig jaar verboden maar deze extreem pijnlijke handeling wordt nog steeds uitgevoerd bij 98 procent van alle biggen in Nederland. Varkens in Nood zou deze week de omstreden ingreep tonen op reclame-uitingen in grote steden om consumenten te informeren over de realiteit achter goedkoop varkensvlees.
De uitingen werden echter door alle mediapartijen geweigerd. Het beeldmateriaal zou de regels van ‘goed fatsoen’ overtreden en ‘te shockerend’ zijn. Nadat er over het echte biggetje een tekenfilmbiggetje was gemonteerd, werden de uitingen wel goedgekeurd.
Dierenarts en directeur van Varkens in Nood Frederieke Schouten: ‘Het afbranden van biggenstaartjes gebeurt nu achter gesloten deuren en dat vindt iedereen blijkbaar prima. Reclame maken voor spotgoedkoop vlees van varkens zonder staart is ook geen enkel probleem. Maar als je wil laten zien hoe dat couperen in zijn werk gaat, dan is het ineens onfatsoenlijk en shockerend. Die dubbele moraal willen we onder de aandacht brengen met deze campagne.’
Kopen, kopen, niet kijken
De aangepaste uitingen van Varkens in Nood worden vertoond op reclameschermen bij bus- en tramhaltes in de vijf grootste steden. Het motto ‘kopen, kopen, niet kijken’ verwijst naar de dubbele moraal achter vleesconsumptie: supermarkten verleiden consumenten constant met goedkoop vlees, maar die consumenten mogen niet zien wat er komt kijken bij de productie daarvan.
De campagne van Varkens in Nood wordt online ondersteund met reactievideo’s van een aantal bekende Nederlanders. Raven van Dorst, Kaj van der Voort, Tess Milne, Amijé Roos van der Laan en Denzel Slager reageren daarin op de ongecensureerde beelden van het couperen. ‘Het moet zo goedkoop mogelijk, waardoor wij de manier van werken onbewust in stand houden’, zegt Kaj van der Voort.
Verveling en frustratie
Bij de productie van goedkoop vlees staan veel varkens dicht op elkaar in krappe, kale hokken. Uit verveling en frustratie gaan die varkens in elkaars staarten bijten, met open wonden en ontstekingen tot gevolg. Om dat te voorkomen, wordt bij al die biggetjes preventief het staartje afgebrand.
In Nederland is het routinematig couperen van staarten al bijna dertig jaar verboden, maar het wordt nog steeds gedoogd om staartbijten te voorkomen. Deze pijnlijke ingreep verandert echter niets aan de oorzaak: staartbijten is een gevolg van de slechte leefomstandigheden in varkensstallen. Het couperen voorkomt dat varkens in elkaars staart kunnen bijten, maar het helpt niet tegen de verveling en frustratie van de dieren.
Frederieke Schouten: ‘Om varkens zo te huisvesten dat ze niet in elkaars staart bijten, hebben boeren extra geld nodig. Niet eens zoveel; als de prijs van een ons varkensvlees met tien cent zou stijgen, dan kunnen ze hun varkens zo houden dat ze niet meer in elkaars staart bijten. Vooralsnog zijn supermarkten echter niet van plan om die meerprijs te betalen en gaat het afbranden van biggenstaartjes – ondanks het verbod – gewoon door.’
In Nederland houden we ieder jaar zo’n vijfentwintig miljoen varkens. Verreweg de meeste dieren staan opgesloten in krappe, kale stallen. Ze komen nooit buiten, kunnen niet wroeten en hebben geen ruimte om te rennen. De dieren leven op roostervloeren boven mestkelders en brengen hun hele leven door in de giftige dampen van hun eigen ontlasting. Veel varkens zijn dan ook chronisch ziek, meer dan 50 procent van alle varkens heeft ontstoken longen en ogen door de vieze stallucht. De slechte leefomstandigheden in de stallen zijn de belangrijkste oorzaak van staartbijten.