De Birmese bevolking kampt na ruim twee maanden militair bewind met een tekort aan voedsel en andere levensbehoeften. Soldaten houden vrachtwagens bij wegversperringen tegen en stelen geld en goederen uit voertuigen, winkels en huizen, zeggen getuigen. Militaire vervoersbeperkingen en veiligheidsbarrières langs de belangrijkste wegen in het land hebben de aanvoer van voedsel en andere goederen naar de steden en voorsteden belemmerd.
Niet alleen controleren de veiligheidstroepen alle vrachtwagens, ze stellen ook vragen als ze veel contant geld vinden, en pikken het geld dan zelf in. De economische druk wordt ook gevoeld in Yangon, de dichtstbevolkte stad van het overwegend boeddhistische Birma, waar de burgers voor hun huishoudelijke en zakelijke behoeften afhankelijk zijn van leveringen van goederen van buiten het stadscentrum. Verstoringen in de stroom van consumptiegoederen betekent dat de buurtmarkten weinig vlees of groenten op voorraad hebben, terwijl de prijzen voor deze producten zijn verdubbeld.
Het aantal vrachtwagens dat de grootste groothandelsmarkten van het commerciële centrum binnenkomt, is met tweederde gedaald. De markt voor levensmiddelen zal voorlopig stabiel blijven, maar als de toevoer van basisvoedingsmiddelen en -grondstoffen stopt en de opslagvoorraden uitgeput raken, zullen de prijzen de pan uit rijzen, aldus de handelaars.
De strijd om voedsel en bevoorrading speelt zich af temidden van gevechten op straat op leven en dood, waarbij zwaarbewapende veiligheidstroepen zowel demonstranten als gewone burgers onderdrukken en vaak lukraak op mensenmassa’s of woningen schieten. Soldaten en politie hielden artsen aan toen ze zich voorbereidden op een protest ter nagedachtenis aan hun gesneuvelde collega’s.
Ondanks het militaire geweld gingen de protesten tegen de junta in verschillende vormen door in grote delen van het stedelijke Birma. Anti-junta betogers zetten deze week betogingen kracht bij door rode verf aan te brengen op straten en trottoirs in het commerciële centrum Yangon om hun verzet aan te geven tegen het bloedige optreden van het militaire regime tegen demonstraties waarbij al ongeveer 570 mensen zijn omgekomen en tientallen anderen gewond zijn geraakt.
Birmese jongeren roepen op tot een boycot van het jaarlijkse Thingyan Water Festival volgende week om het militaire regime te trotseren en om de slachtoffers van de veiligheidstroepen te eren. Vorig jaar werden de festiviteiten, waarbij mensen op openbare plaatsen met water worden besprenkeld, door de regering afgelast vanwege de pandemie van het coronavirus.
Militaire autoriteiten, die reeds de kantoren van de Nationale Liga voor Democratie van de afgezette leider Aung San Su Kyi hebben gesloten, gaan door met het achtervolgen en arresteren van partijfunctionarissen en parlementsleden. De staatsgreep van 1 februari, waarbij de democratisch verkozen regering van het land omver werd geworpen, volgde op een jaar van steeds grotere economische problemen als gevolg van het stilleggen van de economische activiteit om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Birma is het armste land van Zuidoost-Azië, met een nominaal bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking van ongeveer $1.300.