De opperste sangha raad, het boeddhistische bestuursorgaan van Thailand, heeft monniken bevolen om niet deel te nemen aan de al maanden durende protesten tegen premier Prayuth Chan-ocha en om de macht van koning Maha Vajiralongkorn te beteugelen. De raad heeft resoluties in de maak om monniken elke betrokkenheid in politieke kwesties en het geven van meningen over bijvoorbeeld de koning te verbieden.
Meer dan 90 percent van Thai is boeddhist en deze religie wordt traditioneel gezien als één van de pijlers van de Thaise maatschappij, samen de monarchie. Hoewel er geen wijdverspreide deelname van monniken aan protesten is geweest hebben sommigen zich in hun monnikskleed bij een duizendkoppig leger van demonstranten aangesloten.
De demonstranten streven naar de verwijdering van Prayuth, een voormalige juntaleider die de macht hield na de omstreden verkiezingen van vorig jaar. Ze willen ook een nieuwe grondwet en een vermindering van de macht van de monarchie, die volgens hen tientallen jaren van overheersing door het leger mogelijk heeft gemaakt. Onder Prayuth’s junta kreeg de koning de macht om de belangrijkste monnik van Thailand te benoemen om de sangha te leiden, zelfs als de raad een andere kandidaat had gekozen.
Thaise monniken mogen niet stemmen en waren in principe al uitgesloten van de politiek. Ze hebben nooit zo’n grote rol gespeeld in de Thaise politiek als de monniken die Birma (Myanmar) meer dan tien jaar geleden in de richting van democratische hervormingen hielpen duwen.