In een op 7 oktober uitgebrachte verklaring toont de Deutschen Buddhistischen Union (DBU) zijn verontwaardiging en medeleven over de aanslag op een joodse student in Hamburg.
‘Op 4 oktober jl. waren we geschokt en verontwaardigd over het nieuws van de antisemitische aanval op een lid van de joodse gemeente voor de synagoge van de joodse gemeente in Hamburg. Wij veroordelen deze daad in de sterkst mogelijke bewoordingen en willen onze joodse medeburgers verzekeren dat wij met medeleven en solidariteit aan hun zijde staan. We denken aan het slachtoffer van de aanslag en aan al diegenen die zich door deze – en soortgelijke – handelingen onzeker en bedreigd voelen.
Zelfs als de dader in een psychologische noodtoestand heeft gehandeld, doet dit niets af aan het antisemitische karakter van zijn daad. Antisemitisme is een verachtelijke racistische ideologie die een bedreiging vormt voor onze democratie en ons respectvol samenleven, en dus voor de kern van onze samenleving. Religieuze gemeenschappen en andere actoren in het maatschappelijk middenveld moeten zich verenigen tegen deze dreiging. En niet alleen in woorden, maar ook in daden. Wij als Duitse Boeddhistische Unie zullen daarom maatregelen en projecten steunen die dit doel dienen.’
De 26-jarige joodse student raakte bij de aanslag bij de synagoge in Hamburg zwaargewond door een aanval met een schep. De dader, gekleed in camouflagepak, sloeg het slachtoffer op het hoofd. In de zak van de dader zou een papier met een hakenkruis zijn gevonden. Volgens de politie is de verdachte, die snel kon worden opgepakt door beveiligers, een 29-jarige Duitser van Kazachse afkomst. Hij maakte een “buitengewoon verwarde indruk”. De student werd aangevallen nadat hij de synagoge had verlaten. De twintiger droeg een keppeltje en was daardoor te herkennen als zijnde joods.