‘Er woont in Lambarene een oude man – met nog steeds het lichaam van een reus – die aan zijn tafel zit te schrijven, of knipsels van kranten van over heel de wereld doorneemt, terwijl hij ieder onderdeel van het bedrijf in zijn ziekenhuis overziet.’ Deze man heet Albert Schweitzer (1875-1965), in en rond Dordrecht geen onbekende, omdat het regionale ziekenhuis hier sinds 1999 naar hem is genoemd, maar zijn naam is al zo ver in het collectieve geheugen weggezakt dat mijn volwassen kinderen en hun meeste leeftijdsgenoten hierbij de schouders ophalen.
Schweitzer is behalve gepromoveerd filosoof én theoloog ook een internationaal vermaard organist, wanneer hij op 30-jarige leeftijd aan zijn medische opleiding begint om vanaf 1913 het grootste deel van zijn leven als tropenarts in Afrika te werken. In 1952 krijgt hij voor zijn breed uitgedragen filosofie, waarin eerbied voor al het leven centraal staat, de Nobelprijs voor de Vrede. Schweitzer is dan al een levende legende. Maar ‘de mythische Albert Schweitzer bestaat niet,’ schrijft Frederick Franck – van wie ook het citaat hierboven afkomstig is – in zijn boek Het landschap van Lambarene (1961).
Wie is deze auteur van meer dan dertig boeken, waarvan het kinderboek ‘Mijn vriend in Afrika’ (de Nederlandse vertaling verschijnt in 1975) eveneens over Albert Schweitzer gaat? Frederick Franck wordt in 1909 in Maastricht geboren. Als kind raakt hem de aanblik van duizenden Belgen die de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog in hun land ontvluchten. Hij behaalt zijn artsenbul in Amsterdam (1931), specialiseert zich in Antwerpen tot kaakchirurg (1935), waarna hij in Edinburg nog verder studeert. Vanaf 1939 gaat Franck in Amerikaanse ziekenhuizen aan de slag als kaakchirurg om van 1946 tot 1966 in Manhattan parttime werkzaam te zijn in een tandartspraktijk.
Al op jonge leeftijd dweept Frederick Franck naar eigen zeggen met de toen nog vrijwel onbekende Schweitzer, die tijdens de Eerste Wereldoorlog als krijgsgevangene in Frankrijk wordt geïnterneerd en aldaar beseft dat het met de mensheid de verkeerde kant opgaat. Na een eerdere vluchtige ontmoeting bezoekt Franck in 1958 het ziekenhuis van Schweitzer – niet in maar bij Lambarene (Gabon) – om zich hier als ‘tekenende tandendokter’ verdienstelijk te maken.
Beide genoemde boeken over het verblijf hier zijn dan ook geïllustreerd met zijn eigen tekeningen. Over dat tekenen schrijft Franck: dit ‘is een met oog en hand aftasten van de werkelijkheid. Het is een manier om dichter bij “de Werkelijkheid” te komen.’ Het zijn veelbetekenende woorden.
Later raakt hij in de ban van het boeddhisme, waarover zijn meeste boeken gaan waaronder de The Zen of Seeing – Seeing/Drawing as meditation (1973), een bestseller die onder de titel De zen van het zien – Tekenen als meditatie ook in het Nederlands verschijnt.
Net als Schweitzer richt Franck zich op heel de mens. Hiervan getuigt zijn boek Mens tegen alles in (2001), waarin – helaas louter in zwartwit – eveneens tekeningen, schilderwerken en beelden van hem staan. Ook zijn laatste boek is onder de titel De herschapen Icoon in het Nederlands uitgegeven (2007).
Albert Schweitzer overlijdt op 90-jarige leeftijd. Frederick Franck leeft nog zeven jaar langer. Er worden pogingen ondernomen om het oorspronkelijke ziekenhuis van Schweitzer op de Werelderfgoedlijst van de Unesco te krijgen. Franck kocht in het Amerikaanse Warwick een watermolen met een klein landgoed, waar nu een museum en beeldentuin zijn gevestigd; het draagt de naam ‘Pacem in Terris’*.
Werk van Franck is opgenomen in collecties van o.a. het Museum of Modern Art (New York) maar ook de Radboud Universiteit in Nijmegen bezit een aantal werken van hem, waaronder een kruisweg, die bijzonder is omdat hierin het passieverhaal dat wortelt in rooms-katholiek erfgoed wordt verbonden met het boeddhisme. Schweitzer en Franck waren gedreven persoonlijkheden, voor wie het uiteindelijk om het lot van de mensheid ging. Het zou jammer zijn wanneer hun stemmen verstommen.
*‘Pacem in Terris’ betekent ‘Vrede op Aarde’ maar deze naam verwijst ook naar de belangrijkste encycliek (1963) van – de in 2014 heilig verklaarde – paus Johannes XXIII (1881-1963). Op 11 oktober 1962 opent deze paus het Tweede Vaticaans Concilie dat tot 8 december 1965 zal duren. Frederick Franck, die diep van de betreffende paus onder de indruk is, maakt van deze vergadering van kerkelijke gezagsdragers tekeningen die worden bewaard in het Katholiek Documentatie Centrum (KDC), dat onderdeel is van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Lees ook nieuw boek zen zien tekenen
Lees ook zen zien tekenen de oefening niet het resultaat, Arnold Vermeeren
Lees ook drie generaties zenzientekenen van Dick Verstegen
Dick Verstegen zegt
Mooi Artikel. Ook misschien leuk in dit verband nog de namen te noemen van Maria Adriaens aan wie Frederick Franck het Zen Zien Tekenen heeft overgedragen. Voor zover ik weet de enige die het op haar beurt weer heeft doorgegeven. En wel aan Leo van Vegchel en Lenie Otten. Zij en andere ‘nakomelingen’ houden het vaandel van ZZT hoog in Nederland. Asoka heeft zelfs een mooi boek daarover uitgegeven. En over de duizenden tekeningen van Maria heeft het Nederlands Boeddhistisch Archief zich ontfermd in samenwerking met de Stichting Zen Zien Tekenen. Zie ook deze artikelen in het BD: https://boeddhistischdagblad.nl/?s=zien+tekenen
Leo van Vegchel zegt
Dank Dick voor de attente aanvulling aan dit, overigens zeer interessant, artikel. Fijn om toch weer nieuwe perspectieven te ontdekken. Frederick Franck heeft veel mensen geïnspireerd en aangemoedigd om het pad van zien en onbevangenheid te gaan.