De president van Sri Lanka heeft oproepen van de boeddhistische hiërarchie in zijn land om de haatzaaiende boeddhistische monnik Galagodaatte Gnanasara in het kader van amnestie ter gelegenheid van onafhankelijkheidsdag vrij te laten genegeerd. De monnik is beschuldigd van het aanzetten tot haatmisdrijven tegen moslims in het in meerderheid boeddhistische Sri Lanka. Sinds december 2018 zit hij gevangenisstraffen uit wegens ontwrichtend gedrag in de rechtbank en intimidatie van een vrouw in een rechtszaak.
Maandag zijn 518 andere veroordeelden vrijgelaten om de dag van de onafhankelijkheid van de eilandnatie te vieren. De boeddhistische hiërarchie van Sri Lanka had er bij president Maithripala Sirisena op aangedrongen de omstreden monnik vrij te laten, maar dit werd afgewezen omdat de amnestie alleen geldt voor gevangenen die een korte straf uitzitten en veroordeeld zijn voor kleine overtredingen.
De vereniging van advocaten in Sri Lanka had gewaarschuwd dat het verlenen van amnestie aan Gnanasara zou neerkomen op een belediging van de rechterlijke macht. De monnik zelf ontkent betrokkenheid bij anti-moslim rellen in 2014 waarbij vier mensen om het leven kwamen. Gnanasara onderhoudt nauwe banden met Wirathu, een extremistische monnik uit Birma (Myanmar), wiens haatzaaierij de religieuze spanningen in dat land heeft aangewakkerd. Wirathu bezocht Sri Lanka als gast van Gnanasara kort na het geweld van 2014 en het duo beloofde te vechten tegen wat zij de bedreiging van islamitische jihadisten voor het boeddhisme noemden.