Paus Franciscus heeft tijdens de gesprekken die hij voerde met de regering van Birma (Myanmar) en in een openbare bijeenkomst met en voor katholieke Birmezen de Rohingya, de moslimminderheid in Birma, niet bij naam genoemd. De term ligt zeer gevoelig in het boeddhistische land, waar de Rohingya verstoken zijn van burgerrechten, onderwijs en sociale en maatschappelijke voorzieningen. Hoewel ze al decennia in dat land wonen worden ze beschouwd als illegale migranten. Adviseurs hadden paus geadviseerd de moslimminderheid niet bij naam te noemen. De kerkvader brengt een driedaags bezoek aan Birma.
Gisteren predikte de paus in Yangon voor een verzamelde menigte van ongeveer 150.000 mensen een boodschap van vergeving en verzoening, zonder de Rohingya, die massaal naar Bangladesh zijn gevlucht, bij naam te noemen. Het hardhandig optreden van het leger en boeddhistische bendes wordt door de VN een etnische zuivering genoemd. Complete dorpen zijn platgebrand, mannen, vrouwen en kinderen vermoord en verkracht. In Birma wonen ongeveer 660.000 katholieken, een procent van de bevolking in het overwegend boeddhistische land. In een eerste gesprek met de regeringsleiders van Birma zei de paus dat de toekomst van Birma ligt in het respecteren van de rechten van alle burgers, niemand uitgesloten.