Bij Dagblad Trouw is er de afgelopen week veel discussie gevoerd over de aanpak van de misbruikzaak die journalist en programmamaker Jelle Brandt Corstius op gang heeft gebracht. Zo meldt de redactie van Villamedia, de website over journalistiek van de Nederlandse Vereniging van Journalisten deze week.
“Mag je een dergelijk persoonlijk verhaal, zonder onderliggende bewijzen van de feiten, prominent op de voorpagina plaatsen, was de kern van het debat in de media en bij ons op de redactie,” meldt hoofdredacteur Cees van der Laan.
De krant kreeg veel vragen of ze wist wie de man was die Brandt Corstius heeft misbruikt, zo is te lezen in de krant (betaald, via Blendle). De krant weet wie de beschuldigde is en heeft hem gesproken. Maar maakt zijn naam niet bekend omdat er behalve de beschuldiging van Brandt Corstius geen bewijzen zijn, ook hebben zich geen getuigen bekendgemaakt. “Zowel Jelle Brandt Corstius als de krant liep hier tegen journalistieke en juridische barrières op.” Brandt Corstius was ook gast in het programma De wereld draait door. Ook daarin maakte hij de naam van de dader niet bekend.
Het oorspronkelijke verhaal van Jelle Brandt Corstius was volgens Van der Laan zeer herleidbaar naar de mogelijke dader. “Die reageerde via zijn advocaat dat een kort geding aanstaande was als wij zouden gaan publiceren. Juridisch stonden wij niet sterk, concludeerde onze huisjurist, want we hadden immers geen bewijzen en andere getuigen.”
Omdat Brandt Corstius vervolgens maandag met een sterk gewijzigde versie kwam, waarin hij vooral zijn onmacht manifest maakte besloot de krant die te publiceren als open brief. Want het is “een onmacht die vele slachtoffers voelen”.
“Journalistiek gezien een ongebruikelijke vorm maar gezien de diep ingrijpende gevolgen in het leven van mensen en de omvang van het misbruik zeer verdedigbaar. Het probleem van het aantonen van seksueel misbruik is juist het ontbreken van feiten en getuigen. In het geval van de Amerikaanse tv-producent Harvey Weinstein werd dit pas een zaak toen meerdere slachtoffers zich meldden. Daar hoopt Jelle Brandt Corstius ook op.”