Al jaren lees ik dagelijks de korte filmrecensies die in TV-gids of krant staan. De plot wordt samengevat, maar de afloop wordt nooit vermeld. ‘Ga zelf maar kijken’, is de boodschap. Waarom ben ik verslaafd aan deze lectuur? Heb ik niets beters te doen?
Ik kan vier redenen bedenken.
1.Allereerst hebben de samenvattinkjes een geheel eigen literaire stijl. Het zijn onaffe super ultrakorte verhalen (SUKs), korter dan A.L. Snijders of Lydia Davis ze weet te schrijven. In honderd woorden krijg ik een indruk van een verhaallijn. Omdat de clou niet wordt weggegeven, ga ik zelf zitten bedenken hoe het afloopt.
2.Ik lees die tekstjes door mijn antropologenbril. Ik krijg een portret voorgeschoteld van een bepaalde cultuur of samenleving. Vergelijk ik SUKs over Franse films met die over Hollywood-films, dan zie ik meteen het verschil. Het meest interessant vind ik films die over cultuurverschillen gaan. Ik kijk ook altijd of religie een rol speelt in een film.
3.De SUKs bieden een merkwaardige mengeling van fictie en werkelijkheid. De scenarioschrijvers bedenken scenes die in de film moeten ogen als echt. Je ziet de verbeelding aan het werk. Soms staat er in de SUK bij dat de film gebaseerd is op een ware gebeurtenis. Maar ook al is alles puur fictie, de plot moet iets waarschijnlijks hebben. Zelfs overduidelijke fictie, Science-Fiction-films voorop, moeten we als werkelijkheid kunnen ervaren – minstens zolang de film duurt.
4.Tenslotte boeit me dat de scenarioschrijvers vaak met macht spelen. Voor een lekker dramatische plot heb je machtsconflicten nodig. De manier waarop mensen proberen elkaars gedrag te beïnvloeden – want dat is macht – biedt een goudmijn aan scenes. De betere dramafilms draaien om een machtsstrijd. Een geliefd sub-thema is de strijd tussen goed en kwaad, zoals in Westerns. Vooral als de slechterik tot het laatst toe lijkt te winnen, leeft de toeschouwer mee.
Vier redenen dus voor mijn verslaving: Het SUK-format, de culturele setting, de spanning tussen echt en fictie, en de dramatische rol van macht. Maar dan nog blijft de vraag waarom die stukjes mij zo aanspreken.
Ik vermoed dat de SUK ergens anders voor staat. Ik betrap me er namelijk op dat ik mijn eigen leven zit te spiegelen aan de plots van de besproken films. En dat doet deze idioot dus op dagelijkse basis! SUKs bieden kennelijk een heilzame zelftherapie. In de SUK-spiegel herken ik vaak mijn eigen thema’s, hoewel ik ook regelmatig denk: Hoe verzinnen ze het? In beide gevallen gaat het om sterke verhalen.
Al spiegelend ben ik primair uit op herkenning. Mijn testvraag is: Wat schiet ik op met deze film? Of eigenlijk: wat win ik met deze SUK? Want ik word zelden verleid tot kijken. Voor mijn doel is de SUK beter dan de film. Dat scheelt ook nog een hoop tijd.
Maar wát schiet ik er dan mee op? Dat spiegelen heeft iets dubbels. Enerzijds maakt de SUK-spiegel me ervan bewust dat mijn levensverhaal uniek is. Ik ben mijn eigen film nog niet tegengekomen. Anderzijds zie ik dat mijn leven aan elkaar hangt van stereotiepe scenes. De confronterende vraag is vervolgens hoe afwijkend dan wel aangepast ik wil zijn.
SUKs nodigen mij uit om de film van mijn levensverhaal te regisseren, als verbeelding van mijzelf, van anderen om mij heen, van mijn wereld, van wat mij bezig houdt. Ik werk levenslang aan mijn eigen script. SUKs stimuleren mijn zelfbewustzijn, inbegrepen de machtspatronen en stereotypen van mijn voorkeur. Ze zetten me langs een schaal van één tot vijf sterren. Ik merk dat het aantal sterren dat ik mijzelf geef wisselt per scene.
Zo speel ik met SUKs, en SUKs spelen met mij. Een mens verbeeldt zich heel wat.