De aardbevingen van eind april in Nepal hebben 242 tempels in de zogenoemde Tibetaanse autonome regio in Tibetaans China ernstig beschadigd. Waardoor het leven van 2566 monniken en kloosterlingen ernstig is verstoord. Het Chinese staatspersbureau Xinhua meldt dat deze mensen zijn ondergebracht in tijdelijke nederzettingen, waar ze ook hun spirituele oefeningen kunnen doen.
De door de aardbeving verwoeste tempels liggen allemaal in Shigatse in het zuidwesten van Tibet. In de Qoigar-tempel, die deel uitmaakt van de Gelug traditie binnen het Tibetaans boeddhisme, zijn door de bevingen twintig boeddhabeelden in de tempel beschadigd. Drie met goud vergulde beelden liggen onder het puin.
De slaapzalen zijn volledig vernield en de hal van de tempel is zwaar beschadigd. Monniken hebben enkele gebedsbijeenkomsten gehouden om de slachtoffers van de ramp te herdenken die in de nabijgelegen dorpen vielen. Het bureau van regionale religieuze zaken verzamelt nog steeds informatie over aangerichte schade aan relikwieën in de tempels, en is bezig met het herstel van de geborgen objecten.
De 7,9 op de schaal van Richter zware onder Nepal en de daaruit voortvloeiende naschokken hebben het leven gekost aan bijna 9.000 mensen en vernietigde tienduizenden huizen in Nepal. De dodental van de bevingen in Tibet bedraagt vijfentwintig, vier mensen worden vermist en 797 gewond. De aardbeving trof bijna 300.000 mensen.
Bron Xinhua.