Ik ben Vlodymyr Zelensky dankbaar dat hij bereid was met mij over Václav Havel en Andrej Sacharov te praten, over dissidentie en verzet, en over de strekking van dit boek. Aan het begin van een lang gesprek vroeg hij me waar ik het over wilde hebben. Toen ik antwoordde met ‘de filosofie van de vrijheid’, spreidde hij zijn armen wijd uiteen en riep uit: ‘laten we het daar over hebben dan!’ (Locatie 5539, Dankwoord).
Timothy David Snyder is geboren in 1969 in de Amerikaanse staat Ohio. Hij groeide op in een Quaker omgeving. Hij werd hoogleraar in de geschiedenis en doceerde onder andere in Parijs, Brussel, Leiden en Londen. Na de Maidanrevolutie en de inname van de Krim hielp hij met het organiseren van een conferentie over de toekomst van Oekraïne en is altijd bij Oekraïne betrokken gebleven. Als zijn belangrijkste leraar beschouwt hij de Poolse filosoof Leszek Kolakowski (1927 – 2009) die bekend is geworden door zijn analyses van het Sovjet Communisme.
Snyder verhuisde met zijn gezin begin dit jaar uit de Verenigde Staten naar Canada. Hij heeft intussen 15 boeken gepubliceerd, vooral over de geschiedenis van de Balkan en over politieke en ethische vraagstukken. Zijn boek On Tyranny (2017) is nog steeds een bestseller. In 2024 publiceerde hij het boek On Freedom, dat in de vorm van een e-book hier voor me ligt.
Twee soorten vrijheid
Een rode draad in het boek is het onderscheid tussen twee soorten vrijheid, zoals deze worden uitgelegd in het boek van de filosoof Isaia Berlin (1909 – 1997): Two Concepts of Liberty (1958), dat in het Nederlands door Tine Ausma is vertaald onder de titel Twee opvattingen van vrijheid (1996).
Er zijn dus twee opvattingen van vrijheid: een negatieve en een positieve. Negatieve vrijheid betekent de afwezigheid van belemmeringen. Iedere burger is vrij om minister president te worden. Er zijn geen wetten die dit verbieden. Positieve vrijheid heb je als je niet alleen niet belemmerd wordt iets te doen, maar bovendien daartoe in staat wordt gesteld, dus als je de opleiding kunt krijgen en jezelf verkiesbaar kunt stellen. Het onderscheid tussen beide opvattingen heeft ingrijpende politieke consequenties. Rechtse partijen leggen de nadruk op negatieve vrijheid, want ze willen dat de overheid zich zo min mogelijk met het leven van de burgers bemoeit. Het gevolg is dat niet alle burgers gelijke toegang hebben tot onderwijs. Als je het niet kunt betalen, heb je gewoon pech, of je moet maar veel bijbaantjes nemen. Linkse partijen voelen zich verantwoordelijk voor het scheppen van gelijke kansen voor elke burger. Zij willen graag dat de overheid zich hiervoor inzet.
Snyder laat keer op keer zien wat de ongewenste gevolgen zijn van een extreem vasthouden aan de negatieve opvatting van vrijheid. De burgers van de Verenigde Staten noemen hun land graag the land of the free, maar in de praktijk leeft 99% van de burgers in benarde financiële omstandigheden en kan dus niet vrij worden genoemd. Met het aantreden van de huidige president is het er bovendien niet beter op geworden.
Vrijheid
Snyder begint met een onderzoek naar het begrip vrijheid. Wat verstaan we daar eigenlijk onder en hoe beleven we dit? Vrijheid is niet alleen afwezigheid van het kwade, maar aanwezigheid van het goede, (Locatie 63/7343, Voorwoord) stelt hij vast. Hij vroeg een aantal mensen naar hun eigen beeld van vrijheid. Een veteraan van de oorlog in Oekraïne, die wachtte op een prothese, antwoordde dat vrijheid voor hem gelijkstond aan een glimlach op het gezicht van zijn zoon (Locatie 100, Voorwoord). Dit wil dus zeggen dat voor Snyder en de mensen die hij ondervroeg vrijheid meer is dan gewoon kunnen doen wat je wilt. Het is niet alleen een situatie in ons leven, het is eigenlijk het leven zelf. Vrijheid is leven in waarheid, om met de woorden van Vaclav Havel (1936 – 1959) te spreken. Snyder heeft hem goed gekend en verwijst daarom meerdere malen naar het bekende boek van Havel Poging om in de waarheid te leven (1979, vertaling Amsterdam, Van Gennep, 1986).
Op dit punt wordt duidelijk waarom mensen hun leven over hebben voor de vrijheid, waarom ze gevangenis en zelfs de dreiging van executie of sneuvelen op het slagveld ervoor trotseren. Snyder vertelt hierbij ook zijn eigen ervaringen met vrijheid en hoe deze in de Verenigde Staten ernstig wordt bedreigd. Veel mensen ontvluchten hun land op zoek naar vrijheid. Havel bleef en ook Alexej Navalny (1976 – 2024). Maar een vrij persoon moet soms blijven. Vrije wil is een kwestie van karakter, schrijft Snyder (Locatie 592/7343, Inleiding: Vrijheid). Als je dit leest, besef je opeens hoe verwend we in het Europa zijn geworden en hoeveel onbegrip er heerst onder een deel van de Nederlandse bevolking. Nederlanders plegen te zeggen dat ze in een vrij land leven, maar volgens Snyder is dit een vergissing. Een land kan niet vrij zijn, alleen mensen kunnen dat en daar moeten ze zich wel voor inspannen. Overigens zal geen boeddhist hem hierin tegenspreken.
Vijf aspecten van vrijheid
Snyder bespreekt na zijn inleiding vijf voor hem belangrijke aspecten van vrijheid: soevereiniteit, onvoorspelbaarheid, mobiliteit, feitelijkheid en solidariteit. Soevereiniteit is het vermogen om keuzes te maken. Hier zien we al dat kapitalisme niet automatische vrijheid met zich meebrengt want producenten verdienen aan het ontnemen van vrijheid aan consumenten. Ze gebruiken weliswaar geen geweld maar verleiding, maar ook dit is zeker effectief.
De eerste ervaring die Snyder met vrijheid had was het luiden van de Liberty Bell bij de herdenking van de onafhankelijkheid van de V.S, 200 jaar geleden; hij was toen zeven jaar oud. Later maakte hij kennis met nog veel meer momenten van vrijheid en onderdrukking in de geschiedenis. Daarvan doet hij uitgebreid verslag in het boek, waardoor het tevens een lange geschiedenisles wordt.
Wat stelt ons in staat keuzes te maken? In elk geval staat hierbij het lijf centraal. Wie ziek is of vastgebonden, of in een cel gevangen wordt gehouden, is niet vrij. Wie verslaafd is, is ook niet vrij. Snyder heeft hier de gelegenheid om zijn weerzin tegen computers en mobieltjes uit te leggen. Deze kluisteren ons immers vast aan beeldschermen en ontnemen ons onze bewegingsvrijheid. Het is de mens die de computer bedient en niet omgekeerd. Het lijf plaatst ons ook midden tussen de medemensen en geeft ons de gelegenheid tot empathie. Snyder noemt hier het onderzoek van Edith Stein, toentertijd naaste medewerker van de filosoof Edmund Husserl. Waar empathie groeit kan ook antipathie ontstaan en xenofobie. Het vreemde lichaam kan als bedreiging verschijnen, zoals nu wanneer sommige mensen in paniek raken als er een asielzoekerscentrum in het dorp komt.
Snyder vertelt dat hij op het randje van de dood is geweest door een verwaarloosde blindedarmontsteking. Een vriendin zag dat het niet met hem ging en bleef in het ziekenhuis aan zijn bed zitten. Ze probeerde de artsen te waarschuwen, maar deze wilden niet luisteren naar een vrouw van kleur, bovendien hadden ze het al druk genoeg. Gelukkig heeft hij het gehaald, maar Snyder is niet erg te spreken over de kwaliteit van de medische zorg in de V.S.
Onvoorspelbaarheid is de nagel aan de doodskist van elke dictator. Ze zijn zelf allesbehalve voorspelbaar, maar hun macht is op voorspelbaarheid gebaseerd. Vandaar dat vrijheid zich uit door onvoorspelbaarheid, doordat mensen naar eigen inzicht reageren op wisselende omstandigheden. Snyder schrijft: Als we de natuurlijke regelmatigheden buiten onszelf begrijpen, kunnen we die inzetten voor onze eigen doeleinden. (Locatie 2084/7343, 2. Onvoorspelbaarheid). En: Wat we weten van de menselijke geest kunnen we gebruiken om onszelf soeverein en onvoorspelbaar te maken. Maar we kunnen zulke kennis ook gebruiken om andermans hersenen te hacken en het gros van de mensen onbekwaam te maken, zodat een select clubje hiervan kan profiteren. Sociale media maken gebruik van zulke kennis. (Locatie 2101/7343, 2 Onvoorspelbaarheid). Zo worden mensen voorspelbaar gemaakt, door ze te isoleren, ze altijd alleen maar gedeeltelijk te geven wat ze willen en ze te binden aan het scherm door te suggereren dat ze ooit wel zullen krijgen wat ze willen. Onvoorspelbaarheid is het tegendeel van kadaverdiscipline en Snyder verwijst hierbij naar het werk van de filosofe en mystica Simone Weil (1909 – 1943). Zij was zeker zeer onvoorspelbaar.
Mobiliteit is ook een belangrijk aspect van vrijheid, vandaar dat vastgeroeste politici doodsbang zijn voor beweeglijke mensen. Nationalisme belemmert beweeglijkheid, het maakt mensen voorspelbaar en manipuleerbaar. Snyder heeft een tijdje filosofie gegeven aan gevangenen en leerde daar de waarde van het recht je te kunnen verplaatsen.
Feitelijkheid is het recht om te weten wat er aan de hand is, dat dit belangrijk is om je leven in te richten en dat dit sterk wordt bedreigd hoeft niemand uit te leggen. Ook het laatste aspect, solidariteit is vanzelfsprekend. Niemand kan in zijn eentje vrij zijn. Wij genieten volgens Snyder van elkaars vrijheid en lijden onder elkaars beperkingen. Hij wijst hier onder andere op de klimaatramp die door onwetendheid bijna onafwendbaar lijkt te worden. Daarnaast is hij somber over de toekomst van Vereenigde Staten. Zijn voorbeelden zijn wat gedateerd en ingehaald door de actualiteit, maar het is er zeker niet beter op geworden (locatie 558/7343, 3 Feitelijkheid). Een gemeenschappelijke factor is het gebrek aan juiste informatie. Mensen schuilen bij gelijkgestemden en verbergen zich achter een gemeenschappelijke leugen. Hij is bang dat in de toekomst de journalistiek zal vervangen worden door kunstmatige intelligentie die alleen zal rapporteren wat de mensen willen lezen. Vrijheid van meningsuiting is volgens hem een integraal en onmisbaar deel van de vrijheid in het algemeen.
Solidariteit is de laatste factor in Snyders rijtje, maar zeker niet de minst belangrijke. Zonder solidariteit, zonder de bescherming van mensen die vrijuit spreken en zonder de steun van instituties die luisteren mogelijk maken, wordt vrijheid van meningsuiting net als vrijheid zelf een loze kreet. Zonder solidariteit wordt vrijheid van meningsuiting een parodie op zichzelf, een kreet die haar oligarchische vijanden gebruiken om hun eigen dominantie af te dwingen en de vrijheid op zich te ondermijnen (Locatie 3916/7343, 4 Solidariteit). Een gevaar ziet hij ook in de obsessie met doelmatigheid, die alle menselijkheid opzij dreigt te schuiven en hij herinnert eraan dat de slavernij en de concentratiekampen heel efficiënt waren.
Over tirannie
Het boekje getiteld Over tirannie noemt Snyder zelf een pamflet, maar het is nog steeds een opmerkelijke bestseller. Het ligt eigenlijk in het verlengde van het andere boek. Het is een serie van 20 lessen bedoeld om ons te beschermen tegen dictators. Hij adviseert niet al te gehoorzamen te zijn en niet blindelings een autoriteit te gehoorzamen. De structuur van de samenleving en de instellingen die deze mogelijk maken mag je volgens hem niet opgeven. Aanvaard niet dat de symbolen van haat en onderdrukking op straat verschijnen, raadt hij aan en laat geen legertjes of knokploegen ontstaan. Hij merkt op dat de taal ook belangrijk is en boeken onmisbaar zijn. Ze helpen je te onderzoeken wat waar is en wat niet. Daarnaast moeten burgers van een samenleving volgens hem met elkaar praten en discussiëren. Hij raadt tenslotte aan om vrienden te maken buiten de landsgrenzen en om moedig te zijn en niet weg te lopen voor problemen.
Al deze adviezen zijn gebaseerd op historische situaties waarin tirannen daadwerkelijk de macht konden grijpen en waarmee Snyder als historicus goed vertrouwd is.
Ten slotte
Over vrijheid is een rijk boek. Het neemt de idealen van vrijheid en democratie uit het modernisme en brengt ze over naar onze postmoderne situatie. Het is autobiografisch, historisch, politiek en filosofisch. Snyder verdedigt de menselijkheid, op een praktische en redelijke manier. Het boek is in zekere zin aards omdat het spreekt vanuit de leefwereld waar we allemaal deel van uitmaken en waar we allemaal zo onze zorgen over hebben. Zijn analyses zijn helder en gebaseerd op onweerlegbare historische feiten. Het taalgebruik van Snyder is ook helder en bij tijd en wijle van grote literaire schoonheid. De vertaling is prima.
Het is echter geen helder rechtlijnig betoog. Het kronkelt en verspringt zo nu en dan. Het is soms bijna speels omdat het enerzijds een uiteenzetting van het begrip vrijheid volgt, maar daarbij steeds verspringt naar een uitgebreide beschrijving van een historisch of autobiografisch voorval. Velen zullen daarom het boek meerdere malen willen lezen of misschien zelfs af en toe sommige passages opnieuw willen bekijken. Zijn bezwaren tegen de (computer)technologie is zeker verdedigbaar, maar doet toch af en toe wat conservatief aan. Ik mis hier wat meer creatieve oplossingen. Niettemin is dit een boek dat iedere politicus of politiek geïnteresseerde zeer zal boeien.
Geef een reactie