Monnik: Wat blijft er over als je alles weghaalt?
Meester: Waarvan?
Monnik: Van een kar bijvoorbeeld.
Meester: Alles natuurlijk.
Monnik: Hoe kan dat nou?
Meester: Alleen die kar niet.
Monnik: Als je alles weghaalt van een kar blijft alles over, alleen die kar niet?
Meester: Het moet toch érgens blijven.
Monnik: En als je álles weghaalt?
Meester: Waarvan?
Monnik: Overal van.
Meester: Wat dan?
Monnik: Wat er dan nog overblijft.
Meester: Alles natuurlijk.
Monnik: Hoe kan dat nou?
Meester: Het moet toch érgens blijven.
Monnik: Volgens mij blijft er niets over als je alles weghaalt.
Meester: Je doet je best maar.
Monnik: Ik doel op de leegte, het ongeborene, het doodloze, het ware zelf.
Meester: Dan heb je nog niet alles weggehaald.
Monnik: Wat zegt u me daar?
Meester: Waar is de leegte als je haar niet denkt?
Monnik: …
Meester: Wat denk je nu?
Monnik: Niets, geloof ik.
Meester: Is dat het niets van de leegte, het ongeborene, het doodloze, het ware zelf of wat?
Monnik: …
Meester: Wat denk je nu?
Monnik: Weer niets, geloof ik.
Meester: Valt er ook maar iets te zeggen over wat je niet dacht, al was het maar dat het onbestemd is of leeg of zelfs van leegte ontdaan?
Monnik: …
Meester: Nou dan.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.