“Hoeveel soorten vrijheid zijn er volgens jou?”
“Het is maar net aan wie je het vraagt.”
“Ik vraag het nu aan jou, Hans.”
“Dan zijn er drie soorten vrijheid.”
“Welke drie?”
“Vrije wil, vrije geest en vrij bewustzijn.”
“Wat moet ik me voorstellen bij een vrije wil?”
“Doen wat je wilt en laten wat je niet wilt.”
“Wat moet ik me voorstellen bij een vrije geest?”
“Denken wat je wilt zonder zeggenschap over je doen en laten.”
“Wat moet ik me voorstellen bij een vrij bewustzijn?”
“Kijken wat je wilt zonder zeggenschap over je denken, doen en laten.”
“Hoe heet degene met een vrije wil?”
“De doener of de persoon.”
“Hoe heet degene met een vrije geest?”
“De denker of de commentator.”
“Hoe heet degene met een vrij bewustzijn?”
“De kenner of de getuige.”
“Non-dualisten en dzogchenboeddhisten geloven dat wij slechts de kenner zijn, ook al houden we onszelf voor de doener.”
“Stelletje denkers.”
“De vrije wil en de vrije geest zijn in hun optiek illusies.”
“Misschien is dat ook maar een illusie.”
“Maar hebben wij volgens jou nou een vrije wil, een vrije geest of een vrij bewustzijn, Hans?”
“Het is maar net aan wie je het vraagt.”
“Ik vraag het toch aan jou?”
“Vragen staat vrij.”
“Ik moet me echt inhouden nu.”
“Noem dat maar vrijheid.”
“Wat versta jij onder gebondenheid?”
“Geloven dat je een vrije wil, een vrije geest of een vrij bewustzijn hebt.”
“Hè?”
“Had je niet gedacht, hè?”
“Maar wat versta jij dan onder vrijheid?”
“Niet geloven dat je een vrije wil, een vrije geest of een vrij bewustzijn hebt.”
“Bedoel je dat we geen van drieën hebben?”
“En niet geloven dat je geen vrije wil, vrije geest of vrij bewustzijn hebt.”
“Maar wat is vrijheid dan wel?”
“Je gedachten niet geloven.”
“Aha!”
“Deze ook niet.”
“Vrijheid is al je gedachten achter je laten?”
“Deze ook.”
“Niet te geloven, dit.”
“Dat bedoel ik.”
“Ik bedoel, nou weet ik nog niks.”
“Dan noem je dat toch vrijheid.”
“Is dat vrijheid?”
“Het is maar net aan wie je het vraagt.”
Deze tekst maakt deel uit van de Perongelukexpress, een serie over de vrije wil.
Sjoerd zegt
Weer een kans.
Ja, weer een kans.
Wie preekt vandaag over de tekst van Hans???
Siebe zegt
Jipie!
De teksten leren mij: wil of wilsactiviteit, zoals kwade wil, bijvoorbeeld iets niet willen zien, horen, voelen, iemand niet kunnen luchten, is iets wat onder voorwaarden ontstaat. Als iets onder voorwaarden ontstaat, dan heeft het weinig zin, vind ik, dat vrij te noemen of onvrij. Dus wat mij betreft praten we niet over vrije wil maar over wilsactiviteit dat voorwaardelijk ontstaat.
Ik denk dat de Boeddha zo ook op een echt zinvolle en waarachtige manier over wil heeft gesproken. Dat is correct volgens mij.
Wilsactiviteit komt vooral op met zintuiglijk contact als voorwaarde. Je hoort bijvoorbeeld een geluid en er ontstaat de wilsactiviteit om dit te blijven horen of wellicht doe je meteen de radio uit. Er wordt aangegeven dat dit op geconditioneerde wijze gebeurt. De soort wilsactiviteit die ontstaat is niet per toeval zo. De geest put uit bestaande info.
In een meer rudimentaire vorm schijnt wil ook een factor te zijn die voorkomt in elk moment bewustzijn-van-iets/cognitie.
Als iets voorwaardelijk ontstaat, denk aan een regenboog of wil, dan is het niet zinvol daarover te spreken als iets met eigenmacht. Denk maar aan een regenboog. Een regenboog gaat heus niet ergens heen met eigenmacht. Niks wat voorwaardelijk ontstaat heeft eigenmacht. Een auto rijdt niet uit eigenmacht. Dat iets wat voorwaardelijk ontstaat geen eigenmacht heeft, is niet hetzelfde als dat het geen invloed kan uitoefenen! Een wolk heeft bijvoorbeeld geen eigenmacht maar kan wel een schaduw veroorzaken en ons afkoelen.
Wil heeft ook geen eigenmacht maar kan wel opgepikt worden en motiverend worden voor gedrag. Dus geen eigenmacht is niet hetzelfde als invloedloos. Wat ander-kracht moet betekenen weet ik niet. Iemand?
Net als wil wordt ook van bewustzijn gezegd dat het voorwaardelijk ontstaat, althans de zintuigelijk vormen van bewustzijn. Je doet dat niet zelf noch het brein doet dat. Geur-bewustzijn, visueel bewustzijn, auditief bewustzijn, smaak-bewustzijn, tactiel bewustzijn en mentaal bewustzijn. Het ontstaat voorwaardelijk.
Het bijzondere vind ik dat de Boeddha ook tijdens leven, en volkomen wakker, de beëindiging van al deze vormen van bewustzijn heeft meegemaakt. Dit geeft aan: deze vormen van bewustzijn “dit ben ik niet, niet van-mij, niet mijn-zelf”.
Stel nu dat er geen ontkomen zou zijn aan wat op voorwaardelijke wijze opkomt in de geest, dan zouden we bijvoorbeeld elke impuls die in ons opkomt, moeten, volgen. We zouden elke emotie moeten uiten. We zouden elke kwade opzet moeten uitvoeren. We zouden een soort machines zijn.
Maar dit is merkbaar niet zo. Dat is als het ware de deur naar vrijheid.
Je kunt natuurlijk anders denken over wat bevrijding is maar in de sutta’s is dit duidelijk omschreven als het volledig eindigen van bepaalde neigingen, met als de allerbelangrijkste de neiging om geest te begrijpen als een Ik, en wat er in opkomt als “mijn”.
Definitieve bevrijding betekent ook dat er geen enkele kwade wil meer is. Geen enkel zintuiglijk verlangen. Geen enkele existentiele onzekerheid. Geen enkele rusteloosheid. Geen enkele verbeelding/eigendunk. Geen enkel verlangen naar subtiele staten.
Natuurlijk, je kunt daarover oordelen zoals je wilt, maar zo beschrijven de teksten wat definitieve bevrijding betekent in boeddhisme.
Wat mij betreft is het een ontwikkeling gebaseerd op weten. Een ontwaakte weet echt dat ie niet de zes vormen van bewustzijn is. Een ontwaakte kent de natuur van geest. Voor een ontwaakte is de waarheid van beëindiging van lijden geen idee meer. Een ontwaakte kent Nibbana, etc.
Ik kan me voorstellen dat niet-weten vrede brengt, en ophouden te grijpen naar al die oeverloze visies. Het ophouden daarin waarheid te zoeken. Maar is het in staat om mensen te bevrijden van de neiging tot het vormen van zelfbeelden, van rusteloosheid, van kwade wil, van zintuiglijk verlangen, van onwetendheid? Kortom, al die zaken die leed veroorzaken?
Kom je met niet-weten echt op een punt dat de notie “Ik ben” eindigt doordat je de waarheid hebt gezien? Houdt het mijn-maken op? Stop je met denken en filosoferen en uitdenken en scenario’s bedenken etc? Ik vermoed van niet.
Bevrijding komt volgens mij van weten, niet van niet-weten.
Patrick Demeester zegt
Er zijn mensen die denken.
Er zijn mensen die doen.
Er zijn mensen die doen denken.
Er zijn mensen die denken dat ze doen.
Er zijn mensen die doen doen.
Er zijn mensen die noch denken, noch doen.
Wat denk je ervan en wat doe je ermee?