En weg was de weg.
‘Wat was jouw weg, Hans?’
‘Contractio mentis, dilatatio mentis.’
‘Pardon?’
‘De geest groef zich in, de geest groef zich uit.’
‘En jij dan?’
‘Ik dacht dat ik die geest was.’
‘Nu niet meer?’
‘Ik kan wel zoveel denken.’
‘Er is alleen maar geest?’
‘Ook uitgegraven.’
‘Hoe zit het met ascese? Caritas? Meditatio? Contemplatio? Heb jij geloften afgelegd? Wat heb je allemaal gepraktiseerd?’
‘Ik heb alleen geprakkiseerd.’
‘Anders niets?’
‘Een doorn verwijderd met een doorn.’
‘Wat was de doorn?’
‘De geest houdt de geest in zijn greep, de geest helpt de geest om zeep.’
‘De geest was de doorn?’
‘En de doorn gaf de geest.’
‘Contractio mentis, dilatatio mentis.’
‘Dan lijkt het nog wat.’
‘En dat was jouw weg?’
‘En weg was de weg.’