Katie: Ik laat mijn gedachten niet los, ik onderzoek ze, dan laten ze mij los.
Hans: Ik laat mijn gedachten niet los, ik onderzoek ze niet, ze laten mij niet los.
Katie: Waarom laten ze jou niet los?
Hans: Omdat ze mij niet vasthouden.
Katie: Waarom houden ze jou niet vast?
Hans: Omdat terugkeren makkelijker is.