Laten we er geen doekjes om winden, Meester Tja weet het allemaal niet meer. Eerlijk gezegd heeft hij het nooit geweten maar wilde hij dat nooit weten.
Nu wel, eindelijk, en daarin heeft hij tot zijn verbijstering meer verlichting gevonden dan in alle wijsheid bij elkaar. Zijn geest is leger, zijn leven eenvoudiger, zijn gemoed luchtiger.
Wie niet weet staat in zijn hemd maar de kleding die de gemoedstoestand van Meester Tja naar zijn eigen oordeel het beste uitdrukt is het adamskostuum. Om het met Hans Christian Andersen te zeggen: de keizer heeft geen kleren.
De keizer heeft ook geen rijk, zelfs niet in zijn geest, maar dat kan je in de afbeelding niet zien, daarvoor zou je röntgenogen moeten hebben. Of je zou zijn schedel moeten lichten, wat niet kan omdat Meester Tja een hoedje op heeft.
Een keizer zonder rijk is een keizer van niks.
Een keizer zonder kleren is een keizer van niks.
Een keizer zonder kennis is een keizer van niks.
Een keizer zonder rijk, kleren of kennis is drie keer niks, maar om hem nou steeds de Keizer van Drie Keer Niks of de Keizer van Niks of Keizer Niks te noemen is ook zo onaardig.
Gun die man z’n titel, al is het met een knipoog – Meester Tja.