‘Wat is een standpunt?’
‘Een plek waar je tot stilstand komt.’
‘Vind jij dat we in beweging moeten blijven?’
‘Dat zou weer een standpunt zijn.’
‘Heb je daar iets op tegen?’
‘Dat zou opnieuw een standpunt zijn.’
‘Wat vind je dan wel?’
‘Dat zou nog steeds een standpunt zijn.’
‘Maar ieder standpunt is een stilstandpunt?’
‘Alleen voor wie dat vindt.’