Er zijn drie manieren om iets over te brengen. De eerste is alles te tonen. De tweede is te tonen wat de mensen willen. De derde is te tonen wat hen het beste dient.
Ajmal van Badakhshan
Hans: En hoeveel manieren zijn er om niets over te brengen?
Ayah: Waarom zou je dat willen weten?
Hans: Omdat ik niets over wil brengen natuurlijk.
Ayah: Op die manier.
Hans: Dit ook niet.
Ayah: Ook dat nog.
Hans: Is dat over te brengen?
Ayah: Ik weet het niet.
Hans: Maakt niet uit.
Ayah: Waarom niet?
Hans: Ik weet toch niet wat de mensen het beste dient.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Ik weet niet eens of er wel iets bestaat dat álle mensen het beste dient.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Ik weet niet eens wat mijzelf het beste dient.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Ik weet niet eens of er wel iets bestaat dat mij het beste dient.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Ik weet niet eens wat de mensen willen.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Ik weet niet eens wat ik zelf wil.
Ayah: Ik ook niet.
Hans: Dus toon ik maar alles.
Ayah: Daar ben je wel even zoet mee.
Hans: Al stelt het niets voor.
Ayah: Dat is dan wel weer zuur.
Hans: En ken ik geen enkele manier om het over te brengen.
Ayah: Waarom dan die moeite?
Hans: Daarom juist.
Ayah: Omdat het kan?
Hans: Omdat het toch niet kan?
Afbeelding: ‘Dus toon ik maar alles.’
Weet jij wat de mensen het beste dient?
Weet jij wat jezelf het beste dient?
Weet jij wat mensen willen?
Zijn zij het zelf die dat willen?
Weet jij wat je zelf wil?
Ben jij het zelf die dat wil?
Wat laat jij graag zien?
Wat hou je liever achter?
Is dat je eigen keus?