Wat is eerlijkheid iets prachtigs en wat is schijnheiligheid iets vreemds!
Ik ben naar Mekka en Bagdad getrokken en ik heb het gedrag van de mensen op de proef gesteld.
Als ik ze vroeg om eerlijk te zijn, behandelden ze me altijd vol eerbied, omdat men hun geleerd had dat goede mensen altijd zo spreken en omdat men hun geleerd had dat ze hun ogen neer moeten slaan wanneer mensen het over eerlijkheid hebben.
Toen ik ze zei schijnheiligheid te schuwen, waren ze het allemaal met me eens. Maar ze wisten niet dat ik, als ik ‘waarheid’ zei, wist dat zij niet wisten wat waarheid is, en dat zij en ik daarom schijnheilig waren.
Ze wisten niet dat ze, als ik ze zei niet schijnheilig te zijn, schijnheilig waren om me niet naar de methode te vragen. Ze wisten niet dat ik schijnheilig was door alleen maar te zeggen ‘Wees niet schijnheilig’, omdat woorden de boodschap niet uit zichzelf overbrengen.
Ze hadden daarom eerbied voor mij als ik schijnheilig handelde. Dit had men hun zo geleerd. Ze respecteerden zichzelf terwijl ze dachten als schijnheiligen; want het is schijnheilig te denken dat je beter wordt door alleen maar te denken dat het slecht is om schijnheilig te zijn.
Het pad leidt verder: naar de praktijk waar geen schijnheiligheid kan bestaan, waar eerlijkheid niet iets is dat het doel van de mens is.
Jami
Hans: En dan nog verder.
Ayah: Waarheen?
Hans: Naar de praktijk waar geen heiligheid kan bestaan en niets te praktiseren valt.
Ayah: En dan?
Hans: Dan?
Ayah: Leidt het pad dan nog verder?
Hans: Welk pad?
Waar eindigt jouw pad?
Eindigt jouw pad?
Gaat jou pad ergens heen?
Stel je voor dat je zeker wist dat jouw pad nergens heen gaat. Zou je het dan verlaten? Waarom (niet)?
Wat heb je liever, een pad dat duidelijk nergens heen gaat of een pad dat nergens duidelijk heen gaat?