Is de herder er voor de kudde of is de kudde er voor de herder?
Jami
Hans: Of zijn ze er voor elkaar of zijn ze er voor zichzelf of zijn ze er voor iets hogers of zijn ze er voor iets lagers of zijn ze er gewoon of zijn ze er gewoon niet of wat?
Ayah: Je maakt het er niet eenvoudiger op.
Hans: En wat te denken van de eigenaar, de veearts, de slager, de consument, het gras, de mest, de bacteriën, de regen, de lucht, de aarde, de zon…
Ayah: Is het gras er voor de koe?
Hans: Is de koe er voor de veearts?
Ayah: Is de veearts er voor de slager?
Hans: Is de slager er voor de klant?
Ayah: Is de klant er voor de koning?
Hans: Is de koning er voor de bacteriën?
Ayah: Zijn de bacteriën er voor de zuurstof?
Hans: Is de zuurstof er voor de lucht?
Ayah: Is de lucht er voor de vogels?
Hans: Zijn de vogels er voor de veren?
Ayah: Zijn de veren er voor de kussens?
Hans: Zijn de kussens er voor de kont?
Ayah: Kortom…
Hans: Wie of wat is er voor wie of wat en is dat wel de vraag.
Ayah: Bedoel je dat alles met alles samenhangt?
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Of dat alles één is?
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Of dat alles leeg is, zonder wezen?
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Of dat alles op zichzelf bestaat?
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Volgens mij stelt Jami hier een retorische vraag over goed leiderschap.
Hans: Is de vraag er voor het antwoord of is het antwoord er voor de vraag?
Ayah: Volgens Jami stelt een goed leider zich in dienst van de gemeenschap zoals een goed herder zich in dienst stelt van de kudde.
Hans: Is A er voor B of is B er voor A of zijn A en B er voor elkaar of voor zichzelf of voor C of omgekeerd of staan A, B en C op zichzelf of voor de leegte of voor het geheel of wat?
Ayah: Het lijkt wel algebra.
Hans: Iedere mogelijkheid vertegenwoordigt slechts één manier van kijken.
Ayah: Inderdaad.
Hans: Deze ook.
Ayah: Wat is dan de waarheid?
Hans: Ook.
Ayah: De waarheid is ook maar een manier van kijken?
Hans: En dat de waarheid ook maar een manier van kijken is, is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Bedoel je dat er helemaal geen waarheid is?
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Er zijn alleen maar manieren van kijken.
Hans: Dat is ook maar een manier van kijken.
Ayah: Hè?
Hans: Wat?
Ayah: Dat er alleen maar manieren van kijken zijn is ook maar een manier van kijken?
Hans: Of zie jij dat anders?
Ayah: Vind jij dat je altijd alles van alle kanten moet bekijken?
Hans: Bekijk het maar.
Ayah: Hoezo?
Hans: Veelzijdigheid is best eenzijdig.
Ayah: Verdraaid.
Hans: Terwijl je op vele manieren eenzijdig kunt zijn.
Ayah: Dan weet ik het ook niet meer.
Hans: Mijn idee.
Ayah: Is niet weten voor jou veelzijdig of eenzijdig?
Hans: Niet weten is voor mij onzijdig.
Is de herder er voor de kudde of is de kudde er voor de herder, wat denk jij?
Bekijk jij weleens iets van alle kanten?
Vind jij dat iedereen eigenlijk alles van alle kanten zou moeten bekijken?
Denk jij dat het mogelijk is om alles van alle kanten te bekijken?
Denk jij dat het wenselijk is om alles van alle kanten te bekijken?
Lees ook: De boer die zijn paard verloor