Geïnspireerd door hoofdstuk 45 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Hij heeft niets om het lijf, maar zijn trouw is hartverwarmend.
Hij spreekt zichzelf tegen, maar zijn logica is onweerlegbaar.
Hij bekeert niet, maar zijn wendbaarheid is ongeëvenaard.
Hij zegt geen woord, maar zijn stilte spreekt boekdelen.
Hij gaat nergens heen, maar zijn bereik is onbeperkt.
Hij stelt niets voor, maar kan zich alles voorstellen.
Hij strijdt niet, maar slaat zich overal doorheen.
Hij gaat nooit voor, maar houdt niets achter.
Men spreekt zijn naam, maar kent hem niet.