Geïnspireerd door hoofdstuk 8 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Water stroomt, ijs kraakt, stoom doodt. Vast, vloeibaar, gasvormig – nooit bepaalt water zijn eigen toestand. Onbedoeld oefent het invloed uit, ten goede of ten kwade, maar meestal allebei. Daarin komt het de wijze nabij.
Gierzwaluwen wonen in de lucht, struisvogels op het zand, vissen onder water. Ze kunnen niet anders en ze willen niet anders. Mensen gedijen op de grond, maar hunkeren naar de hemel. Dat is hun lot. Ze kunnen wel anders maar ze willen niet anders. Vol zijn van de grond waarop je gedijt is voor weinigen weggelegd.
Voor het denken is veelzijdigheid het best, voor diepzinnigheid oppervlakkigheid. In het antwoorden gaat er niets boven vragen. In het vragen gaat er niets boven lachen. Lachen tot het je vergaat, en er niets meer boven staat.