Geïnspireerd door hoofdstuk 2 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Wat in het maanlicht mooi schijnt, lijkt lelijk in de zon. Is het nou mooi of lelijk?
Wat voor een kind makkelijk schijnt, lijkt moeilijk voor een volwassene. Is het nou makkelijk of moeilijk?
Wat hoog schijnt voor een dwerg, lijkt laag voor een reus. Is het nou hoog of laag?
Wat veraf schijnt voor een schildpad, lijkt dichtbij voor een haas. Is het nou veraf of dichtbij?
Wat in het ene opzicht goed schijnt, lijkt in een ander opzicht slecht. Is het nou goed of slecht?
Wat vrij lijkt voor het gevoel, schijnt onvrij voor het verstand. Ben je nou vrij of onvrij?
De wijze houdt het in zijn oordelen bij niet-weten, in zijn handelingen bij niet-doen. Zo leeft hij zijn leer zonder lering. Zo drukt hij wel uit maar niet dood.