In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Fabels
Goff – fabels voor fabeldieren (38) – weekdier
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (37) – ezel
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (36) – luis
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (35) kikker
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (34) das
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (33) bever
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (32) mier
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (31) bij
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (30) duif
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (29) krekel
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (28) dromedaris
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (27) roodborst
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (26) varken
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (25) haas
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (24) – spin
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Goff – fabels voor fabeldieren (23) – inktvis
In elk verhaaltje spreekt een bepaald dier (das, orka, vlo etc.) zijn soortgenoten toe. Daarbij blijft het in het midden wat precies de rol van de spreker is ten opzichte van zijn gehoor.
Intermezzo
De dieren gaan vanaf nu elk naar hun eigen aard fladderen, rennen, zwemmen, graven, stilzitten, kronkelen en rondscharrelen. De thematiek van de fabels blijft onveranderd.
Fabel – Hond
Ik fop niet. Wie ergens aan vasthoudt fopt zichzelf. Wie denkt zich nergens aan vast te houden kent zichzelf niet, laat staan de leer.