“Van nature zijn alle mensen, mannen en vrouwen, vrij geboren en hebben ze aan niemand een eerdere of grotere verplichting dan aan hun eigen belang en aan het nastreven van hun eigen welstand in de eerste plaats”, schreef Franciscus van den Enden in 1665. Dat is dus meer dan 350 jaar geleden en het klinkt alsof het gisteren zou kunnen zijn geschreven. Het was echter in die tijd wel een revolutionaire uitspraak, want het betekende het afstand nemen van de kerk en zaken als de erfzonde. Het geschrift werd daarom anoniem gepubliceerd. Het werd echter in de jaren negentig opnieuw ontdekt door zowel een Franse onderzoeker als een Nederlandse Spinoza-kenner. Het bleek een invloedrijk geschrift te zijn geweest.
Een revolutionair in hart en nieren
Franciscus van den Enden werd geboren in Antwerpen in het jaar 1602. Hij studeerde Latijn, filosofie en theologie, maar werd al jong beschouwd als een periculosum ingenium, een rebelse geest. Na zijn huwelijk in 1640 verhuisde hij met zijn gezin naar Amsterdam. In 1652 begon hij een Latijnse school, waar vele kinderen van rijke kooplieden een opleiding kregen. Een van zijn leerlingen was Bento Despinosa, die later onder de naam Spinoza een van de bekendste Nederlandse filosofen is geworden. Niet lang daarna werd Van den Enden politiek actief. Hij schreef onder andere een traktaat voor kolonisten die naar Nieuw-Nederland af wilden reizen en beval hen aan om een voorbeeld te nemen aan de Indianen. Deze hadden immers geen last van overdreven godsdiensten, zijn egalitair en nemen hun beslissingen in openbare vergaderingen. Ze hebben geen slaven en zijn eensgezind.
Uiteindelijk vestigde hij zich in Parijs in 1671, waar hij deelnam aan een poging om Lodewijk XIV van de troon te stoten. Het complot werd ontdekt en in 1674 werd hij opgehangen op de Place de la Bastille.
Het goddelijk licht der rede
De “Vrije staatkundige stellingen” ademt de sfeer van de moderniteit, de sfeer die het meest treffend werd verwoord door René Descartes, die 15 jaar daarvoor was overleden. Alles wat werkelijk is, is redelijk en alles wat redelijk is, is werkelijk. God heeft het heelal volgens de wetten van de logica in elkaar gezet en de mens heeft de opdracht deze logica te doorgronden. Verder bestaat het heelal uit atomen en individuen, die volgens vaste wetten op elkaar reageren.
De tijd van het individu is dus aangebroken en die van de absolute macht van keizers en pausen voorbij. Een van de duidelijkste bewijzen daarvan was het succes van de Republiek der Nederlanden, die na een lange oorlog erin was geslaagd zich te bevrijden van de macht van keizer Philips II. Van den Enden bewonderde het werk van Niccolo Machiavelli, maar de analyses en raadgevingen van de laatste waren bedoeld om de absolute vorst aan de macht te houden. Daar was nu geen behoefte meer aan, maar wel aan soortgelijke analyses en raadgevingen met betrekking tot de republiek en de democratie.
Verlicht eigenbelang
Volgens welke wetten vormt zich nu een samenleving? Volgens Van den Enden is elk individu van nature gericht op zijn eigen belang. De ervaring leert echter dat dit eigenbelang het meest wordt gediend door het vormen van een geordende samenleving. Dit is niet alleen efficiënter, het is ook gezelliger. De basis van elke samenleving is dus solidariteit, het samen nastreven van het eigen en daarmee elkaars eigenbelang. Als de mensen eenmaal begrijpen dat het gemeenschappelijke belang in het verlengde ligt van het eigenbelang, zullen ze hun best doen om de staat zo goed mogelijk te laten functioneren. Een succesvolle samenleving is dus gebaseerd op redelijkheid, maar daarvoor moeten de mensen niet bedrogen of gedwongen worden.
Dit uitgangspunt heeft een aantal belangrijke gevolgen, die niet door iedereen met evenveel enthousiasme werden begroet. Dit was blijkbaar de reden dat het geschrift anoniem werd gepubliceerd. Als je namelijk wilt dat de mensen doordrongen zijn van het besef van de noodzaak van solidariteit, dan mag je niets voor hen verborgen houden. Van den Enden eist dus volledige transparantie. Verschillen in rijkdom zullen daarom alleen maar worden geaccepteerd als het duidelijk is, dat de rijkdom van de ene burger niet ten koste gaat van iemand anders. Met dit beginsel zou overigens 300 jaar later de ethicus John Rawls (1921 – 2002) veel lauweren lof oogsten. Een nog ingrijpender gevolg is de absolute scheiding tussen kerk en staat. Elke vorm van religie die niet op de rede is gebaseerd, is immers bijgeloof en om dit bijgeloof constant te houden moet je de mensen voor de gek houden.
‘Als men goed zou regeren, wat zou ons dan deren?’
Als elke staat gebaseerd is op solidariteit dan zal de staat krachtiger en succesvoller zijn als deze solidariteit groot is. Dit bereik je door zoveel mogelijk mensen in besluitvormingsprocessen te betrekken. Een succesvolle staat moet met andere woorden een democratie zijn. Voor een succesvolle democratie is het echter ook nodig dat de mensen worden verlost van bijgeloof, dus religie (bladzijde 60). Van den Enden is ervan overtuigd dat elk mens van nature over voldoende gezond verstand beschikt. Zelfs als het volk redeloos is, dan nog zullen na verloop van tijd de verstandigen de boventoon gaan voeren. Het volk mag nooit worden buitengesloten en gedwongen, want dat zou het einde van de solidariteit betekenen. Vanuit ditzelfde uitgangspunt roept hij ook herhaaldelijk de lezer op om even rustig na te denken over zijn stellingen en argumenten. Hij is er kennelijk vast van overtuigd dat de lezer dan zal inzien dat hij gelijk heeft.
Van den Enden pleit zelfs voor een verzorgingsstaat en voor heel degelijk onderwijs dat voor iedereen toegankelijk moet zijn. Er moet ook van staatswege gezondheidszorg komen, maar elke vorm van marktwerking is uitgesloten. Misdadigers moeten mild worden gestraft, want ze begaan hun misdaden vaak niet uit eigen vrije keuze. De volksvergaderingen moeten volgens Van den Enden bestaan uit vrije mannen. Hoewel vrouwen in zijn tijd blijkbaar nog niet deelnamen aan het openbare debat, moesten ze volgens hem niet worden uitgesloten van onderwijs. Als het onderwijs goed is, komt het gezonde verstand in de vergaderingen na verloop van tijd altijd boven drijven. Dan blijkt ook wie het verstandigste is en ontstaat overeenstemming.
God
Van den Enden is er wel degelijk van overtuigd dat God bestaat, maar alleen voor zover dit via logische redeneringen kan worden bewezen. Alles wat daar bovenop komt is niets anders dan bedrog en paaps bedrog gaat altijd gepaard met onderdrukking en omgekeerd. Een gezonde en een vrije samenleving kent een volledige vrijheid van meningsuiting. Echte naastenliefde kan niet gebaseerd zijn op onbegrijpelijke verhaaltjes, maar alleen op welbegrepen gemeenschappelijk belang (bladzijde 87). Dit zou het uitgangspunt moeten zijn van een ware religie, die echter nog niet bestaat. Nietzsche zou later proberen zo’n religie te bedenken.
Een sterke samenleving is volgens Van den Enden een egalitaire samenleving, voor zover dit praktisch uitvoerbaar is. Dit betekent dat er geen monopolies mogen bestaan en dat alle privileges moeten worden afgeschaft. Hij is ervan overtuigd dat dit praktisch mogelijk is. Als voorbeeld verwijst hij naar de samenleving van de oude Germanen. Deze mensen waren overtuigd van hun eigen kracht, ze waren ook moedig. Ze waren sterk genoeg om zichzelf te verdedigen, want in vredestijd oefenden ze zich in het gebruik van wapens. Op bladzijde 78 geeft Van den Enden in verband hiermee een kritiek op het christendom die aan het einde van de 19e eeuw een van de uitgangspunten zou worden van de filosofie van Friedrich Nietzsche: “[de pauselijke hiërarchie] …heeft immers meer dan alle andere bijgeloof dit bijna als kenmerk dat ze de mensen door allerlei dreigementen, gecombineerd met bijzonder fraai en hoge belofte voor na dit leven, ootmoedig maakt en van alle dapperheid en vrijheidsstreven berooft.”
Conclusie
Met dit boek is een belangrijk en interessant stukje van de geschiedenis van de filosofie blootgelegd. Het toont aan dat ook in Nederland mensen actief betrokken waren bij de vorming van de moderne opvattingen over de democratie. Een van de ontdekkers van de tekst, De Nederlandse Spinozakenner Wim Klever, was ervan overtuigd dat hij een belangrijke bron van de filosofie van Spinoza in handen had. Anderen veronderstelden daarentegen dat Van den Enden juist door zijn leerling Spinoza was geïnspireerd. Gezien de consistentie van de gedachtegang die aan de tekst ten grondslag ligt, lijkt me dit niet erg waarschijnlijk. Enkele details, zoals het mild straffen van misdadigers, zou in onderlinge discussies wel naar voren kunnen zijn gekomen.
Het idee dat de wereld logisch in elkaar zit lijkt voor ons vandaag de dag misschien absurd. We mogen echter niet vergeten dat 20 jaar geleden Francis Fukuyama zijn voorspelling van het einde van de geschiedenis hier nog op baseerde. Juist echter het inzicht dat dit niet zo is, helpt ons een stuk verder. Verder heeft het pleidooi van Van den Enden voor democratie en solidariteit nog niets van zijn actualiteit verloren.
Op de vertaling en de verklarende notities is niets aan te merken. De vertaler is zorgvuldig te werk gegaan en heeft er een goed leesbare tekst van gemaakt.
Vertaald en ingeleid door C.Ḷ Vermeulen,
Noordboek & C.Ḷ Vermeulen, Gorredijk 2022, paperback 128 bladzijden.
Mieke zegt
Boek met treffende inhoud lijkt mij. De mens is van nature vrij en gericht op zelfbehoud. Dat klinkt als een klok. Het individu heeft de ander(en) nodig om te kunnen (over)leven.
Hoe creëer je nu een goede samenleving? We komen steeds meer tot het inzicht we dit zélf moeten organiseren zonder God of wereldse machthebbers tenzij deze macht door het volk gegeven is en ter discussie kan staan.
We hebben inmiddels weet van goede dragende principes om samen te kunnen léven: ‘wat gij niet wilt dat u geschied zo doet dat ook een ander niet’ en: ‘ wie goed doet, goed ontmoet’
Die probeer ik voor mezelf in elk geval levend te houden.