Er is nog altijd discussie over wat emoties precies zijn, wat hun functie is en hoe ze onderzocht moeten worden. In populaire media gaat het bij emoties primair om gevoelens, waarbij emoties vooral van belang zijn voor ons welbevinden en onze gezondheid. Dat beeld klopt niet, stelt Ad Vingerhoets, emeritus hoogleraar Emoties en Welbevinden aan Tilburg University, in zijn nieuwe boek ‘De Emotionele Mens’. ‘Als wetenschapper kijk ik naar emoties als gedrag dat een bepaalde functie heeft, wat mensen daarbij voelen is vaak bijzaak.’
En zo besteedt Vingerhoets, die bekend werd om zijn onderzoek naar huilen, onder meer aandacht aan empathie, vrees, boosheid, spijt, schuld, verliefdheid, jaloezie, verdriet, heimwee en walging. We blozen uit schaamte, schreeuwen uit woede, huilen van verdriet, lachen van vreugde en verstijven van angst. Maar deze emoties worden vaak gezien als zwakte, die rationaliteit in de weg staan. Maar is dat wel zo? Zonder emoties zou de mensheid niet hebben overleefd, en zou het droevig gesteld zijn met ons sociaal en moreel functioneren.
Emotioneel zijn
In zijn boek ruimt Vingerhoets veelgehoorde misverstanden over emoties uit de weg en nuanceert hij het negatieve imago dat aan emoties en het woord ‘emotioneel’ kleeft. Iemand ‘emotioneel’ noemen betekent vaak dat iemand niet helder kan denken of zich niet helemaal in de hand heeft. Ten onrechte. Een emotie als boosheid kan destructief zijn maar in bepaalde situaties juist leiden tot iets positiefs, omdat er bijvoorbeeld een doorbraak in samenwerking wordt geforceerd. En omgekeerd, een ‘positieve’ emotie als empathie kan leiden tot het voortrekken van mensen. Het misverstand dat ‘negatieve’ emoties schadelijk zijn, komt omdat ze meestal geassocieerd worden met negatieve situaties, omdat ze te intens zijn of op een verkeerde manier worden geuit.
Dit alles wordt geïllustreerd met aansprekende voorbeelden uit het bedrijfsleven, de rechtspraak, de marketing, de sportwereld en de gezondheidszorg.
Sociaal wezen
Emoties zijn essentieel voor ons functioneren in (levens)bedreigende situaties en in de relaties met anderen. De mens als (ultra)sociaal wezen kan zich in een groep staande houden, zich ontplooien en samenwerken dankzij het feit dat emoties ons fysiologisch functioneren, ons denken, onze motivatie en onze communicatie en ons gedrag beïnvloeden. Zonder emoties zijn we geen volwaardige mensen en zijn we sociaal en moreel incompleet.
‘Niet alle mensen deugen’
Vingerhoets haakt ook in op het populaire boek De meeste mensen deugen van Rutger Bregman. De vraag of de mens van nature goed of slecht is, vindt Vingerhoets te simpel en doet geen recht aan recente wetenschappelijke inzichten. Keer op keer blijkt weer dat de mens, afhankelijk van de omstandigheden, tot veel goeds maar ook tot veel slechts in staat is. Een betere vraag is: wie is onder welke omstandigheden goed of slecht?
Emotieloos is een beetje eng
Vingerhoets: ‘De mens wordt redelijk neutraal geboren maar kan zich mede dankzij emoties tot een goed mens ontwikkelen. Daarvoor is wel nodig dat je een goede opvoeding krijgt, dat je als kind niet te veel aan traumatische gebeurtenissen worden blootgesteld en dat ook onze hersenen ongeschonden blijven. Psychische trauma’s en hersenbeschadigingen kunnen zelfs op latere leeftijd een majeure impact hebben op ons emotionele en dus ook sociale en morele functioneren. Emoties wijzen ons de weg, ze geven ons een zetje in de goede richting. Het is niet voor niets dat mensen die geen emoties tonen niet populair zijn; die vinden we een beetje eng, niet het soort met wie we graag omgaan.’