Paula Kuitenbrouwer woont in Ierland en combineert het ontdekken van het prachtige land met stille uren in haar studio voor tekenen, schilderen en schrijven. Ze doet van drie boeken verslag. Zo komt zij de term ‘New Monasticism’ in Ierland tegen. Wat is dat, vraagt ze zich af. Worden er nieuwe kloosters opgericht? En dat in deze tijd waarin de katholieke kerk diep in de problemen is gekomen? Ze moet daar meer van weten en daarom bestelt ze ‘Embracing Solitude, Women and New Monasticism’ van Bernadette Flanagan. Tevens ontvangt ze van een Amerikaanse vriendin ‘Ordinary People as Monks and Mystics’ en valt bijna gelijktijdig ‘Cave in the Snow, a Western Woman’s Quest for Enlightenment’ in haar brievenbus. De boeken blijken naadloos op elkaar aan te sluiten.
‘Embracing Solitude, Women and New Monasticism’ gaat over wat vrouwen gedaan hebben en doen wanneer zij hun spirituele behoefte aan alleen-zijn vorm geven temidden van de hectiek van het huwelijkse- of gezinsleven of een werkend bestaan. Flanagan meent dat deze spirituele behoefte aan ontwikkeling meer is dan een ‘down-time’ waarin je even tot jezelf komt. Het is dus niet het bezoeken van een wellness-centrum om je even te laten verwennen met zalfjes en massages. De behoefte om je terug te trekken, om naar binnen te keren en om je te wijden aan je spirituele ontwikkeling moet ruimte krijgen, maakt Flanagan duidelijk. Maar daarvoor hoef je in deze tijd niet meer in een klooster te treden. Flanagan vertelt een aantal vergeten verhalen van o.a. Amma Syncletia (270-350 n.Chr.), Mary of Oignies (rond 1200) en Angela Merici (1474-1540). Het zijn inspirerende verhalen van vrouwen die gestalte geven aan hun spirituele ontwikkeling door maatschappelijk actief te zijn én zich terug te trekken in het hart van de vrouw zelf.
‘New Monasticism’ is geen nieuwe kloosterorde maar het uiting geven aan een contemplatief leven. Zo verkoopt Amma Syncletia haar huis en gaat buiten de stad leven en wordt Mary of Oignies een begijn. ‘Embracing Solitude’ verwijst ook naar de boeddhistische non Tenzin Palmo.
Afgezonderde grot
‘Cave in the Snow, a Western Woman’s Quest for enlightenment’, is geschreven door Vicky Mackenzie is een biografie van Tenzin Palmo, geboren als Diane Perry in Londen in 1943. Tenzin Palmo sluit zich twaalf jaar op in een afgezonderde grot hoog in de Himalaya nadat ze als jonge vrouw jarenlang het door mannen gedomineerde kloosterleven in India heeft meegemaakt. Ik lees dit boek met interesse omdat het prachtig aansluit bij ‘Embracing Solitude’. Tenzin Palmo is een dappere vrouw door gehoor te geven aan haar onstuitbare innerlijke drang tot spirituele ontwikkeling. Sterker nog, ze wil verlicht raken en laat geen kans liggen om dat op haar manier te bereiken. Ze betreedt daarvoor eerst een door mannen gedomineerde wereld waaronder ze lijdt. Want in haar tijd in India en Tibet maken uitsluitend Tibetaanse monniken spirituele carrière en zoals in andere religies worden vrouwen uitgesloten zolang mannen hun projecties en behoeften niet onder controle hebben. En dat duurt al eeuwen en zal helaas nog een hele tijd duren. Tenzin Palmo laat zich daardoor niet intimideren, houdt vol en daarover gaat ‘Cave in the Snow’ over.
‘Ordinary People as Monks and Mystics: Lifestyles for Spiritual Wholeness’ van Marsha Sinetar gaat over gewone mensen met een spirituele roeping. Sinetar omschrijft op een treffende wijze deze ‘ordinary people’ waarin monniken en mystici schuilgaan en hoe zij onopvallend in onze samenleving functioneren, zonder dat zij herkend of erkend wensen te worden. Wie kent niet iemand die uitzonderlijk wijs of eigenwijs is, stilletjes en koppig naar door zijn of haar levensfilosofie midden in onze samenleving leeft? Of iets daarbuiten, op een boot, in een Tiny Home, of zich terugtrekt in een tuinhuisje om te mediteren?
Stilletjes breien
Embracing Solitude maakt duidelijk dat vrouwen zich prima redden door hun eigen gang te gaan, hetgeen Tenzin Palmo deed in een grot in het Himalaya gebergte. Nano Nagle (1718-1784) ging haar eigen weg in Ierland toen ze de ‘Sisters of the Presentation of the Blessed Virgin Mary’ oprichtte. Gewone vrouwen, die geen geschiedenis hebben geschreven, streven spirituele ontwikkeling na op minder opvallende wijze. Wat nu mindfulness heet, was voor onze oma’s een uur stilletjes breien en mijmeren wanneer de kinderen in bed lagen. Of de aardappelen schillen met verhoogde aandacht.
Elke samenleving kent ‘low profile’ wijzen, monniken en mystici. Soms is dat een fietsenmaker of een burgemeester of een lerares. Zij treden niet in in kloosters en hebben geen volgelingen. Veel moderne monniken en mystici wensen geen geprofileerde spirituele carrière te maken binnen godsdienstige organisaties maar blijven onopvallend kostwinner voor hun gezin. Of zij blijven hun klanten bedienen, software ontwerpen, of als boswachter of dierenarts werken. Wat hen kenmerkt is dat zij voor een bepaalde tijd (van de dag) zich in zichzelf terugtrekken met als doel ’to embrace solitude’, aldus Sinetar. Om zodoende een plek in zichzelf te creëren waar geen ‘geluiden’ van buitenaf in doordringen en waar ze even niet geleefd worden door de waan van de dag, maar waar zij zich kunnen richten tot de ’the Spirit’, aldus Bernadette Flanagan. Deze ‘gewone-mensen-monniken-en-mystici’ hebben een spiritueel leven nodig maar vinden het ook vaak fijn met een aantal deelgenoten in contact te staan. Dat is het ‘New Monasticism’ van Flanagan. Een klooster is geen geografische plaats meer, maar soms een netwerk, vaak een intentie, een naar binnen gerichte energie en vooral een plek in jezelf waar je van tijd tot tijd naar terugkeert voor verstilling en spirituele ontwikkeling.