Terwijl je dit leest, zit ik mogelijk in de wildernis ergens in Noord-Noorwegen voor mijn tentje te koken op een simpel spiritusbrandertje. Veroordeeld tot slow food, maar met alle tijd om te genieten. Waar het me thuis lukt om aardig duurzaam te koken en te leven, is het op vakantie vaak minder gemakkelijk.
Thuis weten we de weg naar de natuurvoedingswinkel of boerenmarkt, lezen we de etiketten, hebben een kast vol kruiden en andere smaakmakers, bewaren de restjes en scheiden ons afval. Maar in het buitenland, onderweg met rugzak, fiets of auto zijn we al blij als we af en toe een winkel tegenkomen, spreken we de taal niet, hebben geen koelkast, en krijgen we te maken met afvalscheidingssystemen die voor een buitenlander volstrekt onbegrijpelijk zijn. Je komt dan al gauw uit op eten uit pakjes of blikjes.
Vroeger gingen de Maggi wonderstamppotten mee op reis. Kokend water erbij en je had een warme maaltijd, die na een lange dag buiten best te eten was. Er waren minstens drie smaken, voor de afwisseling. Maar Maggi maakt geen wonderstamppot meer, of verkoopt ze (boerenkool) voor veel geld via webwinkels aan expats.
Handig voor op reis, als je niet de inhoud van je hele kruidenrek mee wilt nemen, zijn kruidenmengsels als chili en kerrie. Maar met chili is het oppassen geblazen. Vroeger was chilipoeder een mild kruidenmengsel bestaande uit onder andere gemalen cayennepeper, knoflook, komijn en oregano. In recepten van vóór pakweg vijf jaar geleden was chilipoeder een ingrediënt dat werd afgemeten in eetlepels. Je deed er één of twee eetlepels van in je chili con/sin carne of om allerlei Aziatische en Latijns-Amerikaanse gerechten op smaak te brengen. Maar tegenwoordig bestaat chilipoeder uit 100% gemalen chilipepers. Dit is theelepel-werk. Maak je dus een oud recept met de nieuwe chilipoeder, dan is het resultaat erg heet. “dit product is heter dan cayennepeper” staat er als waarschuwing op. Nou, dat hebben we geweten. Er zijn een paar jaar geleden op vakantie enkele gerechten mee verpest, voordat ik doorhad wat er aan de hand was. Gek genoeg hoor je er niemand over. Hierbij staat het nieuws dus alsnog in een dagblad.
Gelukkig is het simpel om zelf chilipoeder te maken. Meng de volgende ingrediënten:
– 1 eetlepel milde paprikapoeder
– ¾ eetlepel komijnpoeder (djinten)
– 1 eetlepel oregano (gedroogd)
– 1 theelepel cayennepeper of chilipeper, of meer als je van pittig houdt
Het recept van vandaag staat bij ons in de vakantie met enige regelmaat op het menu, omdat het in één pan, op één brandertje, in korte tijd, met een beperkte hoeveelheid goed houdbare ingrediënten te maken is. Het bevat bovendien hoogwaardig plantaardig eiwit. Quinoa is een gezond supervoedsel, al is het eten ervan niet onomstreden. Door de toegenomen vraag uit het westen profiteren weliswaar de boeren in de Andes, maar schijnt de prijs voor de lokale bevolking nogal omhoog gegaan te zijn. Zo zie je maar weer hoe alles met alles samenhangt en hoe moeilijk het is om ergens over te oordelen. Onderaan staan varianten zonder quinoa (met couscous, gierst of andere granen).
Quinoa met studentenhaver (4 personen)
– scheutje plantaardige olie
– 1 grote of 2 kleine uien
– 2 teentjes knoflook, of knoflookpoeder of vlokken
– 400 gram quinoa
– 250 gram studentenhaver
– 2 eetlepels zelfgemaakte chilipoeder (zie boven)
– 1 ½ groentebouillonblokje
– 600 ml water
Fruit ui en knoflook in de olie, voeg de overige ingrediënten toe, roer goed door tot het bouillonblokje is opgelost en kook tot de quinoa gaar is. Kijk op de verpakking van de quinoa wat de kooktijd is.
Variaties op dit recept: vervang studentenhaver door gedroogde abrikozen of andere vruchten en noten naar keuze, of vervang quinoa door couscous, gierst of andere granen. Let goed op bij het bereiden met couscous dat de bouillonblokjes goed zijn opgelost. Klontjes bouillon zijn erg vies.