Tijdens een sesshin moet je je vastbijten in je training, je koan tussen je tanden klemmen en niet versagen. Dan komt iemand een week na de sesshin met zijn gedachtenkronkels op papier en ik grinnik.
Wat heb ik gedaan in Japan? Precies hetzelfde, ik heb ook de prismazeepbelkleuren van mijn hersenschimmen beschreven. Ik was nog steeds onderweg waar geen weg is, dus kan ik alleen grinniken om de mooie kleuren van andermans zeepbellen.
Riding the dragon
Aantekeningen, heimelijk gemaakt tijdens de sesshin die te Suiren-Ji werd gehouden. Een sfeerbeeld …
Vooraf
Sesshin is zwaar, tot nu toe moeilijk te combineren met privé (vrouw en drie kinderen). Maar het kan wel deze keer. Thuis voor oefenen tot 40 minuten zitten; heb er zin in. Collega vraagt waar ik het voor doe, het lijkt hem heel spannend. Waar doe ik het eigenlijk voor? Ik weet het niet. Vind het ook spannend. Heel spannend. Hoe zwaar is ‘t wel niet? Fysiek. Mentaal. Maar heel spannend wordt na vertrek richting sesshin minder.
Begonnen
4.50 uur. Wakker op zafu met een pets op mijn schouder met de kyosaku. Wakker!!
Ben begonnen. Waarmee? Met loslaten: neerzetten; gehoor geven aan wat roept. Da’s moeilijk want ik hou nog iets vast. Goed doen, perfectie daardoor steeds afleidende gedachten. Bovendien pijn in rug. Raak het maar niet kwijt. Maar er komt plots vanuit het niets kracht. Het zitten gaat na een lange ochtend en middag makkelijker, meer flow. Minder pijn.
Juist dan dokusan met Leraar. Daar is dan Mu! Niet hebbende, niet zijnde. Op concentreren als lezen boek. Mu laten zakken in buik. Dat geeft focus en energie! Maar niet for ever, het gaat gewoon weer pijn doen, nu ook m’n knieën.
Goeie teisho: Waar niets is verschijnt het pure. Ah. Het dagende niets! Als mogelijk-maker voor het nuttige. Kom op, geef gehoor aan wat roept. Zo wordt het niets gevonden. Ik geef gehoor-aan het ‘roepen’ van de brandblusser: stof mij af! Doe het gewoon. Niet talmen.
Het zitten blijft pijn doen. In mijn rug. In mijn knieën. Doe er van alles aan: anders zitten, anders ademen, verzitten, andere zafu. Helpt niet. Johannes van het Kruis zei (ongeveer) dat je – om te komen waar geen lijden is – moet gaan langs waar wel lijden is. Moeilijk zitten is dus de bestaansvoorwaarde voor mu. Duister is de bestaansvoorwaarde voor licht. De lotus bloeit op stinkend vieze modder. Ja hoor, en love will tear us apart. Leuke ideeën maar helpen niet. Nog niet?
Voortgaan
Teisho: niet pleasen! Hebben we genoeg gedaan. Is valkuil van gehoor geven aan. Doen wat er aan toe is, da’s niet van een ego afhankelijk! Al die drukte en stress is toch gewoon please-ego (van anderen, mezelf). Laat je door iets anders roepen; door Niets! Joshu was vriendelijk, hij ontdekte mu, waar we nu nog mee bezig zijn. Hij was een rare grappenmaker. Doe je oefening, overal, altijd.
Maar mijn koken als Tenzo en Mu gaan dus niet samen; geen tijd voor Mu! Zeshin: Haha, geen tijd!! (bedoelt ie “altijd mu-tijd”?).
Sesshin is zware rit bergop, gaat nu bergaf. Makkelijker. Pijn minder/draaglijker. En een kracht! Sudden realization: maar makkelijker gaat ook wel weer voorbij! Laat moeilijk of makkelijk toch los; ze duren toch niet voort! Overstijg ze! Mu! Geef gehoor aan wat roept.
Makkelijker ja, makkelijk nee. Maar nog 6 shu (meditatieperioden)te gaan. Bijten. Overstijgen. Ook aftellen helpt niet. Valt op dat vaak combies met anderen geheel vanzelf gaan. En goed. Valt me meteen daarna op. Geinig. In de keuken direct de goede stap opzij, zodat ander er zonder stoppen langs kan, iemand liefdevol even laten bukken bij openen kastje (pas op hoofd!), geen talmen bij afdrogen natte deksel; laten afdruipen nu (ook al stoort het)! Allemaal flow.
Dokusan met de vraag: “waar woont mu?” “Ik heb zijn huis nog niet gevonden.” Tringeling.
OK maar toch shit. Betere antwoorden naderhand in m’n hoofd: overal en nergens, over de berg waar geen tijd is, in dit kussen waar ik hem in duw, plat in mijn buik, Mu heeft geen huis en is het ook niet; allemaal vast fout! Concentreer op mu.
Sesshin betekent ‘1 geest’. Bij laatste banka (tempeldienst) gaan alle buigingen van iedereen geheel tegelijk! Steeds weer. Het gaat om flow. Die komt als je loslaat. Maar t’ is meer. Ik draai bij het klaarzetten voor het eten het steelpannetje vanzelf naar de ophaler toe met het handvat. Word vrolijk als ik het direct merk. Zeshin zegt, als ik het vertel, daar hebben ze een woord voor!? Oh? Da’s Mu. En jij weet ook niks. Inderdaad. Het avondeten gaat ook in zo’n 1-geest-flow.
Laatste Teisho: roshi sama in Bukoko-Ji geeft niks geen kyosaku weg, buigen voor roshi sama, wat kun je anders? MUUUUUUUUH!!!!
Dan roffelende trommels. De kat schrikt zich rot. Ik niet. Hartsutra.
Riding the dragon, oktobersesshin Suiren-Ji achter de rug. Mu voor de boeg. Nothing changes.
Voorbij
Het was prachtig. Niks satori of kensho maar Mu en de realisatie-op-weg-naar-vermogen om makkelijk en moeilijk te overstijgen, het nut van moeilijk te zien en te weten. Het inzicht dat alles verandert, ook goed en slecht, echt waar. Dus waarom vasthouden? Overstijg! Om te gaan naar waar geen lijden is moet men gaan langs waar leiden (!) is. J Sesshin is dus niet zwaar. Lijden helpt je naar verlichting. Met dit inzicht kan ik het prima!
De trein brengt me terug naar mijn vrouw en kinderen. Hij trekt op in Woerden voor zijn laatste shu; ik zie aan beide kanten van wagon door de ramen perronlampjes vertrekken! Weird.
Utrecht CS ‘s avonds; bomvol mensen, overal. Ze krioelen kriskras door elkaar.
So weird. So weird.
Buigen. Wat kan je anders?
Tenzo Seppo Schotel
(Hoe kun je geen tenzo zijn als je schotel heet)