In het voorjaar van 1988 was iedereen in Bukkoku-Ji ‘into the teaceremonie’. Vooral ‘de Bukkoku-Ji Bells’, de drie dames die op dat moment in Bukkoku-Ji waren. En ik had het voor geen goud willen missen. Met mooi weer werden er wat tatamimatten in de tuin gelegd en werd je uitgenodigd voor de thee. In combinatie met de boeddhistische training kreeg het hele gebeuren iets bovennatuurlijks.
Zoals ik al zei, iedereen was er mee bezig, ijverig klutsend zag je her en der monniken groene poederthee slurpen. De attributen voor de theeceremonie waren nogal prijzig dus maakte ik mijn eigen bamboelepeltje. Mijn kamergenoot Kimura san keek bewonderenswaardig naar mijn geknutsel. Toen ik hem mijn eerste goed gelukte theelepeltje (chashaku) aan hem gaf waren de bedankjes niet van de lucht. Wat later ontdekte ik omgewaaide bomen waarvan de wortels de zelfde kleur als bamboe hadden, maar dan met een prachtig wortelpatroon. Ik begon uit de wortels theelepeltjes te snijden en deelde ze grif uit. De ooo’s en aaa’s waren niet van de lucht. Toen ik een heel goed gelukt exemplaar had gemaakt gaf ik die aan Tangen roshi die onmiddellijk nadat hij hem bekeken had zijn kalligrafie doos pakte en het volgende gedicht schreef.
Soyokaze (zacht briesje)
Al komt de bries van links of rechts
Een bloemblaadje van een roze bloem
Trillend dwarrelt het neer
Hij stopte het gedicht en de lepel in een doosje speciaal voor theelepels of eetstokjes. Zo, ik had een goede beurt gemaakt, ik boog voor hem en wilde weglopen. Maar hij riep : ‘Koru san wait, come sit’ Hij trok een nieuw vel papier tevoorschijn en kalligrafeerde het gedicht opnieuw en overhandigde het met de woorden: ‘for you, the chashaku (theelepeltje) looks like a flower peddle. if I use it I will always think of you ’. Ik heb hem in een kakemono (Japanse rol) laten zetten. Toen ik weer in Holland was heb ik hem opgeborgen en heeft hij jaren liggen verstoffen.
Sinds kort is onze tempel in Bemmel een Japans prieeltje rijker, een prettig zitje aan de rand van de vijver. Toen ik op de zolder van onze tempel wat gereedschap zocht kwam ik een hibachi tegen, een traditionele Japanse barbecue die in theehuisjes in de vloer ingebouwd is. Nu is een vriend van mij Theemeester. Gewapend met een boor, decoupeerzaag en de hibachi op naar het prieel. Binnen de kortste keren zat er een gat in de vloer nu was het prieel multifunctioneel . Je kon er lekker zitten, vooral in de avond, er hangt dan ook een naambord op- Yokaze, wat avondbries betekent. Maar ja voor een theehuisje is wat meer nodig. Bloemen en een kakemono (rolschildering) zijn onontbeerlijk voor een theehuisje. Geen enkele rolschildering van onze tempel die paste, ze waren allemaal te groot. Trouwens de meeste pasten ook niet echt in de sfeer van het prieel annex theehuisje. Maar wacht, in een van de laatjes van mijn huisaltaar. Roshi Sama. Hij past precies en is meer in de sfeer van het prieel, is er voor gemaakt, zo lijkt het. Nu is het een echt theehuis.
Zacht briesje / avondbriesje
P.S. Cornelis is mijn wereldse naam, verkort Cor. Cornelis was voor Japanners niet uit te spreken en werd ingekort tot Koru. Na mijn wijding ging de uitspraak van mijn boeddhistische naam (Zeshin) hun heel wat beter af.