De Chinese autoriteiten hebben de controles op de belangrijkste toegangsweg naar de boeddhistische academie Larung Gar in de provincie Sichuan aangescherpt. Er zijn controleposten opgericht waar monniken, nonnen en bezoekers zich moeten melden en identificeren. De posten hebben beveiligingspoortjes die alleen mensen met een pasje toegang tot het gebied geven.
Degenen die geen pasje hebben worden aangesproken door bewakers en wordt in veel gevallen de toegang tot het gebied geweigerd. Na de eerste post te zijn gepasseerd wordt de identiteit van bezoekers en bewoners van Larung Gar opnieuw gecontroleerd bij een tweede controlepost.
Vele duizenden Tibetanen en de Han-Chinezen studeerden aan de academie van Larung Gar in Sichuan, waardoor het een van ’s werelds grootste en belangrijkste centra voor de studie van het Tibetaans boeddhisme is. De Chinese autoriteiten maakten een eind aan de groei door in de afgelopen jaren zevenduizend woningen op het terrein te slopen en duizenden studenten te verwijderen. Zeker 4.825 monniken en nonnen zijn verdreven sinds 2016 en gedwongen naar hun geboortestad te gaan.
Op 20 augustus van dit jaar hebben lokale autoriteiten aangekondigd dat ze zes leden van de Chinese communistische partij, allemaal Tibetanen, heeft aangesteld voor het beheer van het studiecentrum.