Het een is er dankzij het ander,
het ander dankzij het een.
Het ene en het ander
dat zijn er twee in een.
ben ik er dankzij de ander,
de ander dankzij ik?
De scheidslijn daar tussen
is noch dun noch dik.
Licht brengen in het duister,
dankzij de duisternis.
Het wezen van duister
is de basis voor het licht.
Verschijnselen verschijnen,
dankzij de eeuwigheid.
Het eeuwige verschijnsel
is zijn gestalte kwijt.
De treurnis van dit versje,
is dat het humor heeft.
De humor van de treurnis is…
dat het versjes geeft.