Toen ik negenentwintig jaar geleden voor de tweede keer naar het klooster Bukkoku-Ji in Japan ging heb ik een dagboekje bijgehouden. Het is geen dagboekje dat bedoeld was voor publicatie. Intimi die ik het boekje liet lezen wilden er graag een kopie van hebben, wat uiteindelijk heeft geresulteerd dat het nu op het Wereldwijde Web van Verwarring staat. Privézaken heb ik buiten deze publicatie gehouden. Soms schreef ik maar één enkele zin, het is in een soort stenostijl geschreven en is uiteraard behoorlijk gedateerd.
Dit stukje is geschreven door een Amerikaanse monnik naar aanleiding van ‘takuhatsu’ (bedelen)
Misschien gaat het boeddhisme niet over bedelen, maar over iets heel anders? Wat is de bedoeling van deze kom van hoogste boeddhistische ceremonie? Het was een ‘bath day’. elke vijfde dag is er geen ‘samu’(werk) maar in plaats daarvan ‘ofuro, een heerlijk Japanse warm bad, en veel vrije tijd.
Tijdens zo’n dag zat Roshi-sama op de drempel van de hondo te praten met iemand, terwijl Kornelius – met een theekom in zijn hand – voor de tempel heen en weer loopt.
Roshi-sama roept: ‘Kornelius Itsumo Fura Fura shimasu’ (dat altijd heen en weer lopen’), dit is niet goed voor zazen‘.
Kornelius reageert op Roshi sama en zegt: ‘Ik begrijp …’ en opeens springt Roshi-sama op: ‘Chawan (theekom) uit mijn schatkist!’
‘Uit uw schatkist? Deze kom heeft u mij vorig jaar gegeven ‘
‘Is dat zo? Ik heb nog zo’n zelfde kom.’ Roshi-sama stond op en, ging naar de hondo (tempé) na een tijdje kwam hij terug met een houten doos in zijn handen, opende deze en nam er een kom uit, die inderdaad vergelijkbaar in vorm en kleur was, mooi, licht groen en bedekt met duizenden kleine donkere groene scheurtjes in het glazuur.
‘De meest high class. Als je er uit drinkt, drink dan altijd met waardigheid, innerlijke rust. Geen haast Fura Fura.’ Kornelius keek er naar met wijd open ogen en draaide de kom langzaam rond in zijn handen. Roshi-sama nam de kom terug en deed hem in de doos, sloot hem en gaf hem aan Kornelius en zei: ‘Schrijf aan de bovenkant de dag dat ik hem aan jou gaf.’
In elk geval- in Bukkoku-Ji leven we zo als Boeddha het voor ogen had; we gaan uit bedelen en leven van giften die naar de tempel gebracht worden.