Wat een kwaad karma kun je uit onwetendheid met je mond en gedachten aanrichten, zij het misschien ook onbedoeld. Nu, hier, op deze plaats, toon ik voor dit alles mijn berouw.
Met mijn zenleraar Nico Tydeman was ik onlangs verwikkeld in een diep gesprek over zen- en reine-landboeddhisme. Voor wie zich afvragen wat er nu precies gebeurt tussen leraar en student, laat ik verklaren hoe ongelooflijk waardevol het vertrouwen is dat een leraar je kan schenken wanneer hij zegt: “Ga ermee door die twee te vermengen, dat is jouw bijdrage die licht laat schijnen op de dharma.” Geen asymmetrie, geen machtsverhouding, maar vertrouwen en communicatie van hart tot hart. Zo kan (en hoort) het ook.
Voor deze zomer staan Honens Senchakushu en Shinrans Kyogyoshinsho op het program. Honen en Shinran zijn de aartsvaders van twee reine-landscholen waarvan de wortels teruggaan tot de Japanse middeleeuwen. De Kyogyoshinsho ken ik beter dan de Senchakushu, omdat ik Shinran beter ken dan Honen. Een lezer van het Boeddhistisch Dagblad attendeerde mij er onlangs in een reactie op, dat Honen zijn plaats als leraar van Shinran ook verdient. Zo kun je elkaar via de kolommen van het Boeddhistisch Dagblad ook op ideeën brengen, en vertrouwen schenken. Ik ga binnenkort op onze veranda in Frankrijk in de luwte van de zomerzon de Senchakushu en de Kyogyoshinsho eens naast elkaar lezen en onderling vergelijken.
Religieuze smeltkern
Sinds het moment dat ik, bijna vijf jaar geleden, mijn lekengeloften heb ontvangen (in zen noemen we dit jukai), gaat er geen dag voorbij of ik denk aan het vers van berouw, dat van deze ceremonie deel uitmaakt. Het vers luidt: “Al het kwade karma, van oudsher door mij begaan, vanwege zijn beginloze begeerte, haat en onwetendheid, geboren uit mijn lichaam, mond en gedachten, nu toon ik voor dit alles mijn berouw.” Zelden heeft iets zo’n indruk op mij gemaakt; het is een begin geworden van een diepe spirituele ervaring.
Zen gaat niet alleen over meditatie of mindfulness. Dit misverstand moet ik nog wel eens ontzenuwen. In het vers van berouw kom je, naar mijn idee, de sporen tegen van het vroege boeddhisme, van de vier waarheden en het achtvoudig pad. In het vers van berouw kun je de weerklank beluisteren van de onderlinge relatie die het boeddhisme altijd heeft gezien tussen de vergiften enerzijds en, onder andere, juist inzicht, juiste spraak en juist handelen anderzijds. Dit is de omlijsting van de religieuze smeltkern waarin de wijsheidservaring ligt besloten waarop zen uit is. Meditatie en mindfulness zijn binnen dit geheel onderdelen, maar erbuiten verliezen ze hun fundamentele betekenis.
Vanuit het perspectief van het reine-landboeddhisme is zen het smalle pad der wijsheid, voor slechts weinigen te begaan. Zen benadrukt onze boeddhanatuur, maar de strenge kloosterpraktijk en de geestelijke acrobatiek die daarbij horen, maakten zen volgens het reine-landboeddhisme zo’n moeilijke weg. Honen zegt dit, Shinran zegt dit. De repercussie voor de moderne lekenbeoefening in zen is: waar halen wij eigenlijk de pretentie vandaan dat de wijsheid voorbij alle wijsheid voor ons, amateurzitters en feilbare brekebenen, bereikbaar is? Welbeschouwd kun je deze vraag over zen óók stellen op basis van zijn hoogsteigen vers van berouw. De dharma-ervaring van het een beschijnt de dharma-ervaring van het ander. Dogen en Shinran, ik ben niet de eerste die dit opmerkt, staan dichter bij elkaar dan wij vaak menen; het zijn de onderscheiden scholen en hun volgelingen die, mede uit onwetendheid, het verschil zijn gaan benadrukken.
Zesde zintuig
De wijsheid van de wereld kan de wijsheid van de spiritualiteit in de weg zitten. De geest, whatever that may be, is in het boeddhisme vaak aangezien voor een zesde zintuig; niet omdat de geest de juistheid van onze intuïtie bevestigt, maar omdat deze in staat is waar te nemen wat er in werkelijkheid niet (meer) is, van vertekende, oude herinneringen en droom-waakervaringen tot en met eenhoorns en dienovereenkomstige voorstellingen die op zelfbedrog berusten. Lees Thich Nhat Hanhs boek Understanding Our Mind, dat de visie weergeeft van de kennistheorie van Yogacara, een boeddhistische filosofische school uit India en China, die tezamen met de leer van de leegte van grote invloed is geweest op de geschiedenis van zen.
Hoe feilbaar de geest als waarnemingsorgaan is, ondervond ik onlangs in een gedachtenwisseling met een sanghagenoot over een paar foto’s die ik op het internet aantrof. Ik begaf mij op het wankele pad van de perceptie, die heel anders bleek uit te vallen dan de ervaring van de mensen die bij het maken van de foto’s aanwezig waren geweest. Wat een kwaad karma kun je uit onwetendheid met je mond en gedachten aanrichten, zij het misschien ook onbedoeld. Maar toch, onbedoeld of niet, het kwaad was te vermijden geweest wanneer je eerst de feiten checkt voordat je je mond en gedachten de vrije loop laat. Nu, hier, op deze plaats, toon ik, Taigu, ter vermijding van enig misverstand, voor dit alles mijn berouw.
Mijn rationalisatie om mond en gedachten de vrije loop te laten, vooruitlopend op de factchecking, was dat, naast de wijsheid voorbij alle wijsheid van zen, de wijsheid van de wereld ook zijn eisen mag stellen. Maar ook dit geloof ik niet meer. Er is een fijne dynamiek aan het werk tussen het conventionele en het absolute, maar het conventionele gaat voorbij terwijl het absolute blijft. De wijsheid van de wereld kan eenvoudigweg geen voorrang nemen op de wijsheid voorbij alle wijsheid, omdat het twee verschillende grootheden zijn. Ook in dit opzicht heb ik mij van mijn feilbare kant laten zien, zeg ik bij nadere reflectie, nu ik er nog eens goed op en mee gezeten heb. Opnieuw toon ik, Taigu, ter vermijding van enig misverstand, nu, hier, op deze plaats, voor dit alles mijn berouw.
Waarvan graag acte.
Namu Amida Butsu,
Taigu