Over positief denken zijn bibliotheken volgeschreven. Daar heb ik weinig aan toe te voegen, behalve mijn eigen particuliere trucjes.
Ik heb nooit zo geloofd in de tjakka-ridders van het neuro-linguïstisch programmeren. De Emile Ratelband-goeroes die beweren dat je rijk en gelukkig wordt als je maar honderd keer per dag tegen jezelf zegt dat je rijk en gelukkig wordt.
Spirituele goeroes kennen de groeimarkt van het geluk. Daarom bedelven ze ons onder zelfhulpboekjes. Denk aan Eckhart Tolle, of een heel leger aan Aziatische swami’s die meedogenloos de leegte van het rijke westerse bestaan blootleggen.
Alleen jammer dat die goeroes niet zelden oplichters blijken, die de pijn en wanhoop van mensen genadeloos exploiteren, de Bhagwan (Osho) voorop.
Uit pure nieuwsgierigheid ging ik ooit op bezoek in zijn ashram in India. Die ashram lag in Poona, een straatarme stad. De compound werd zwaar bewaakt door een militie met semiautomatische geweren. Want het was natuurlijk niet de bedoeling dat het plaatselijke arme geteisem kwam profiteren van de inzichten van de Rolls Royce-fan die Osho was.
Wie ik wel aantrof in de ashram waren goedopgeleide westerlingen met veel geld die zonder uitzondering een zeer chagrijnige indruk maakten, hoewel ze de beschikking hadden over gekoelde meditatietenten.
De ashram voorzag tevens in vijvers en sloten met witte zwanen. Ik werd fanatiek uitgekafferd door een Zwitserse in een rode soepjurk toen ik het waagde een foto te maken. Misschien lag dat aan mij; misschien had ik haar gevorderde stadium van verlichting nog niet bereikt. Om de agressieve Zwitserse te jennen haalde ik een bewapende en geüniformeerde militieman erbij, die mij grijnzend toestemming gaf foto’s te maken.
Veel Westerlingen wenden zich om mij onduidelijke redenen tot Oosterse spiritualiteit om gelukkiger te worden. Dat heb ik nooit goed begrepen. Uit nieuwsgierigheid en door mijn huwelijk met een Japanse kwam ik de afgelopen decennia regelmatig in Azië.
Wat me vooral opviel was dat boeddhisten keihard kunnen zijn voor zichzelf en hun medemens. De idee van caritas is ze doorgaans vreemd. Sommigen willen vooral zelf het nirvana bereiken, liefst zo rijk mogelijk. In China en Japan onthulden boeddhisten me dat ze op de eerste plaats baden voor een betere carrière.
Ook egoïsme kan dus een vorm van positief denken zijn, maar dat vertelde mijn zenleraar in Amsterdam er niet bij, en al die andere goeroes ook niet.
In India, en vanuit diezelfde nieuwsgierigheid, bezocht ik later de ashram van Sai Babba. Die genoot destijds hevige populariteit in het Westen, omdat hij horloges en as tevoorschijn kon toveren uit zijn mouwen. Sai Babba werd ontmaskerd als fraudeur die zijn volgelingen seksueel misbruikte.
Of hij echt kon goochelen heb ik zelf niet kunnen constateren. Ik werd voor zijn optreden door een beleefde Zwitser uit de ashram verwijderd omdat ik zo disrespectvol was om een korte broek te dragen.
Roel de Haan of Hoek zegt
Wanneer je foto’s kunt maken in een korte broek heb je t al aardig voor elkaar, denk ik. Volgens mij ligt jouw geluk binnen handbereik. Iets minder kritiek op al die medemensen en het is klaar. Wees jezelf broeder, blijf jezelf, wees en blijf alleen jezelf 🙏
Peter Pijls zegt
Ga ik doen