Love Mode, Power Mode en Upaya
Eén van de hoekstenen van Boeddha’s leer en gedrag is Metta: liefdevolle vriendelijkheid naar alles wat leeft. We kijken eerst naar een soetra die de basis neerzet, en dan naar wat uitdagingen om dit écht in ons leven te beoefenen.
Stanzas
Eerst maar, om ons anker uit te werpen, een paar fragmenten uit de Karaniya Metta Sutta met korte toelichting:
Wie op vaardige wijze naar het heil wil streven
na de toestand van vrede begrepen te hebben
die moet kundig, eerlijk en oprecht zijn
zachtaardig, voorkomend en bescheiden.
De nadruk hier ligt op je gedrag, je ‘zijn’. Dus Metta is veel meer dan een gedachte/gevoel; je moet de kloof tussen hoofd en hart slechten en zorgen dat je handelingen in lijn zijn met Metta.
Hij is tevreden en matig, niet veeleisend
vrij van zorgen en sober levend
kalm van zinnen en verstandig
bescheiden, niet gretig bij families.
In zijn gedrag is niets laags te vinden
waardoor anderen, verstandigen, hem zouden kunnen laken.
‘Laags’ en ‘laakbaar’ zijn alle handelingen die niet vanuit Metta, maar vanuit hebzucht-haat-onwetendheid gebeuren. Zie de discussie straks over Upaya over de ragfijne scheidslijn die je soms in de praktijk aantreft.
Zoals een moeder haar enige kind,
met haar eigen leven zou beschermen.
Zo moge men tegenover alle wezens
Een onbegrensde geest ontplooien
en liefde tegenover de hele wereld
Laat men een onbegrensde geest ontplooien
naar omhoog, naar beneden en rondom
niet benepen, vrij van haat en rivaliteit.
Dit is weer terug naar de Metta-motivatie zelf. Dat in de letterlijke Pali-tekst het woord voor ‘zoon’ staat inplaats van ‘kind’ betitelen we maar even als achterhaalde cultuur van 2500 jaar geleden.
De twee ‘modes’
Metta is ook nadrukkelijk onderdeel van de 5 (of 10) leefregels voor serieuze boeddhisten. Sterker nog, in zekere is hij, als eerste in de lijst, een hoeksteen ervan. De negatieve vorm is:
Ik neem mij voor ieder nemen van leven te vermijden
En de positieve vorm (deel van de ‘kusala kammas’) luidt:
Met daden van liefdevolle warmte, zuiver ik mijn lichaam
De weerbarstige praktijk is echter dat je soms de noodzaak voelt om iets wat minder liefdevol lijkt, zoals verbaal of zelfs fysiek geweld, te gebruiken vanuit goede bedoelingen. Dus vanuit Metta/liefdevolle vriendelijkheid. Schoolvoorbeeld is een ouder of oppas die een kind tig keer verteld heeft niet vlakbij de gloeiend hete kachel te komen, maar het kind luistert niet. Vervolgens moet het met enig geweld worden weggetrokken en zhij barst in huilen uit. Terwijl de aktie écht vanuit de beste bedoelingen, en de objectieve noodzaak om brandwonden te voorkomen, gedaan werd. In mijn traditie gebruiken we hiervoor de concepten Love Mode (Metta) en Power Mode (geweld). En de dharma-regel is ‘Geweld/Power Mode is uitsluitend en enkel toegestaan als het écht onvermijdelijk is voor, en dus ondergeschikt aan, het handelen vanuit Metta/Love Mode’. Dus de motivatie voor de handeling is misschien wel belangrijker dan het karakter van de handeling zelf. Boeddha erkent deze regel nadrukkelijk in een aantal eigen handelingen die je in de Paliteksten vindt, hoewel de Mahayanateksten het dieper uitwerken. Het heet Upaya, oftewel ‘vaardig handelen’ (skilful means). Technisch gezien is de handeling onethisch, maar vanwege de motivatie en bedoeling is het tóch een ethische daad. We vroegen mijn leraar eens hoe dat dan uitwerkte, en hij meldde ‘Je draagt wel degelijk het karma vipaka van de onethische stap met je mee. Maar ook het karma van de bereikte positieve resultaten, en in zijn geheel weegt dat zwaarder’.
Upaya in tekst en praktijk
We kennen Upaya vooral uit de Mahayanateksten. Met, soms discutabele, onderbouwingen van Zen/Vajrayana-achtige ‘Crazy wisdom’ of met de uitleg dat de Paliteksten zelf ondergeschikt zouden zijn aan de Mahayanasutra’s omdat de monniken in Boeddha’s tijd nog een te onderontwikkeld begrip zouden hebben voor de volledige waarheid. Daar ga ik even niet op in. In de Paliteksten vind je Upaya oorspronkelijk vooral in de zin van ‘Boeddha die zijn leringen aanpast aan het begrip van het publiek’. De soetra van Kisagotami en het mosterdzaadje is een schoolvoorbeeld – Boeddha loog niet, maar gaf wel een antwoord dat om de hete brij heen draaide. Je kunt dit terugleiden tot de eerste inzichten na de verlichting, waar Boeddha snel doorhad dat de mensen niet ontvankelijk waren voor het delen van zijn diepe ervaring maar dat er wel ‘sommigen waren met weinig stof in de ogen’, en daarop paste hij zijn uitleg aan.
Maar er zijn voorbeelden dat de Boeddha verder ging. De Nanda soetra is een mooie casus. Gautama’s halfbroer Nanda stond op het punt van trouwen, maar nodigde zijn inmiddels als Boeddha bekende familielid uit en had een gesprek met hem. Boeddha vertelde dat zijn aanstaande bloedmooi was en het huwelijksleven best wel geluk brengend, maar dat hij toch maar even moest meekomen naar de bossen alwaar de Boeddha hem nóg mooiere en gelukbrengende zaken zou tonen. Boeddha toverde wat nymfen en aanverwante projecties tevoorschijn (het lijken wel de maagden van een zekere andere religie!), en bracht hem stap voor stap met beloften dieper het bos in. De climax was vervolgens een groep monniken die hij daar had laten wachten, die hem ‘als hij nu maar toestond gelijk tot novice zouden wijden want het monniksleven zou hem de gelukzaligheid van de nymfen brengen’. Wat er met de aanstaande en haar familie gebeurde vertelt het verhaal niet, maar ik ben bang dat beide families Nanda voorlopig niet gingen terugzien. En dat elke volgende suggestie om Boeddha uit te nodigen ter zegening van een familiegebeurtenis afgewezen werd met ‘dank je de koekoek’.
Dus hoe je het ook wendt of keert, dit was Power Mode. In dit geval primair met allerlei vormen van half-misleidende spraak. En Boeddha bedoelde het beslist vanuit Metta (Love Mode). Maar net zoals bij uitspraken over ‘vorige levens van die en die persoon’ zie je in de praktijk heel wat boeddhisten die Upaya aanroepen zonder het vereiste spirituele niveau te hebben om dat goed te kunnen. En dus is wat die niet-verlichte personen doen geen ‘leugentje om bestwil’ maar gewoon onethisch gedrag dat niet op Metta maar op veel duisterder emoties – haat/begeerte/onwetendheid dus – gebaseerd is.
Tja, de logische volgende stap is natuurlijk hoe we dat concreet maken. Dus wanneer is iets Upaya en wanneer is het een onkundige rotsmoes? Voor het verleden is het vaak makkelijker te bepalen dan voor het heden – uit de band gevlogen boeddhistische lerare(sse)n met verkeerd gebruik van geld of seksualiteit zijn volop te noemen, en evenzo politieke clubs in Azië die de vreselijkste vormen van racisme en geweld goedpraten met ‘voor de bestwil van het Boeddhisme, dus van alle mensen’.
Ik geef slechts enkele algemene richtlijnen. Steeds in acht nemend dat Boeddhisme je laat concentreren op ontwikkeling naar een Individu (Arya), die in zijn/haar handelen de ander probeert te zien als eveneens-Individu en niet als deel van een groep (Bala). Dit geeft een belangrijke inperking van veel geclaimd Upaya, in feite moet je het statement ‘verander de wereld en begin bij jezelf’ constant memoreren voordat je iets van aktie-als-collectief tegen-anderen-als-collectief durft te beginnen.
- Voor boeddhisten die werken voor pakweg politie of defensie zal de juiste motivatie Upaya zijn: bereid zijn geweld te gebruiken als laatste redmiddel voor verdediging. Uit Metta voor je medemens, en de gemeenschappelijke waarden en belangen van de samenleving. Vandaar ook dat i.h.a. boeddhistische legeraalmoezeniers een gewaardeerde rol spelen.
- Neem een ieder die claimt ‘geweldloos’ te zijn niet met een korreltje, maar met zakken vol zout. Gandhi en Ambedkar waren dat beslist niet met hun drinkwater- en zoutmarsen met collectieve blokkades, Martin Luther King was het zeker niet, XR, Greenpeace en de boerenprotesten trekken zichzelf hierin ook consequent een te grote broek aan. Anderzijds kom je wel sneller in de verleiding geweld te gebruiken, en Upaya aan te roepen, als er objectief sprake is van geweld en onderdrukking door ‘de tegenpartij’. Het Britse koloniale bewind in India en de Deep South-politie in de MLK-dagen scoren hierin ongunstig. Maar ieder democratisch bepaald overheidsbeleid hier te lande, en bedrijven die niets illegaals doen volgens die wet, zijn m.i. absoluut nooit een excuus om geweld te gebruiken.
- Voor een claim dat iets ‘geweldsarm’ is en ‘nodig om het ingebakken geweld binnen het door ons bevochten ideaal te bestrijden’, daar kan ik geen algemene uitspraak over doen. De meeste vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid vallen hieronder. Dit zal de kandidaat-Upaya-gebruiker echt moeten afstemmen met zijn/haar spirituele vriend(inn)en en/of lerare(ss)en. En je zult zeer minutieus moeten uitpluizen hoe je de ethische leefregels moet interpreteren voor jouw plannen én voor de acties van de partij die je letterlijk gaat ‘bestrijden’; mede ernaar kijkend of je wel zelf als Arya bezig bent of als groepsdier-schaap (Bala).
Want natuurlijk, elk democratisch bepaald economisch systeem heeft een vorm van ‘ingebakken geweld’ in zich: we kennen privébezit, we kennen bedrijven die eigendom zijn van de aandeelhouders (waaronder de fondsen die later jouw en mijn pensioen betalen). En het belang van dat bedrijf/persoon gaat wel eens in tegen het belang van de omwonende of werknemer of wat dan ook. De wet, en diens handhaving, bepaalt de afweging tussen die belangen. Soms kan die afweging leiden tot een situatie die jij als boeddhist ‘onethisch’ vindt, en burgerlijke ongehoorzaamheid waard. Zolang je naar je sangha toe kunt verdedigen dat jouw eigen breken van de ethische regels ‘nodig is om het grotere kwaad op te lossen en de wereld te verbeteren’, dus Love Mode met daarin ondergeschikt Power Mode – misschien… - In zekere zin is elk argument van ‘Ik moest wel’ een vorm van rechtpraten van iets wat krom is, of in ieder geval het grote risico heeft krom (onethisch) te zijn. Het hoeft lang niet allemaal machiavellistisch list-en-bedrog voor je eigen toko te zijn, maar vanuit boeddhistische ethiek gezien kom je al snel op een hellend vlak. Dus ook al snel geen Upaya meer…
- Je komt hier ook terug op de basis van de ethische leefregels: probeer anderen te behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. En veel burgerlijke ongehoorzaamheid doet dat niet, je zou bijvoorbeeld het niet op prijs stellen als jouw toegangsroute geblokkeerd zou worden door protest-zus-of-zo of dat jouw bezittingen beschadigd of zelfs gekraakt zouden worden ‘omdat je een grote egoïst bent en wat meer van je bezit aan de demonstranten zou moeten afstaan’.
Onthoud ook Boeddha’s advies dat respect voor de wet, destijds de regels van de Dharmaraja (volgens de Dharma regerende koning), een groot goed is. Democratie scoort nadrukkelijk hoger op garanderen van mensenrechten (VN-definitie) voor een land dan elke vorm van Power Mode – dictatoriaat. Ook al roept pakweg China of het oude USSR dat hun huis- en baangaranties belangrijker zijn dan vrijheid van meningsuiting, religie en privébezit – sorry maar dat is echt Orwelliaans. In Nederland heb ik zelfs van alle protestbewegingen voor betere huisvesting en betere salarissen/uitkeringen nooit gehoord dat ze die vrijheid en de democratie willen opgeven voor hun idealen – dus ik zou bij hen graag wat meer respect voor de wet, en minder ‘ongehoorzaamheid’, zien… - Of om het op kleinere schaal te zien: een recente enquête onder jongeren gaf aan dat zeker 10% regelmatig hun eigen winkeldiefstal (bijv. via de zelfscan) goedpraatte met ‘ja maar de supermarkten maken winst genoeg’. Eng. Ooit was er een bisschop die goedpraatte dat sommige armen zo af en toe een brood mochten stelen, en dat vind ik al eng genoeg; in de langdurige periode in mijn jeugd dat we van de Bijstand leefden heb ik altijd het hoofd recht kunnen houden en me niet verlaagd tot dat soort rotsmoesjes.
Muzikale voorbeelden
Zoals wel vaker vind ik de poëzie in songteksten verhelderend, en inspirerend, voor Dharma-vraagstukken. De eerste is qua opzet een niemendalletje, maar in ‘Stop in the name of love’ van de Supremes ontwaar ik ook een diepere betekenis.
But is her sweet expression
Worth more than my love and affection
But this time before you leave my arms
And rush off to her charms
(Think it over) Haven’t I been good to you
(Think it over) Haven’t I been sweet to you
Stop! In the name of love
Before you break my heart
Het is een herkenbare situatie: de hunk van de buurt wordt door twee dames begeerd. En de ik-persoon zingt deze jongeman toe ‘stop met die ander, in naam van de liefde’. Dus, heel zwartwit naar Boeddhistische termen vertaald: dump die ander (Power mode) vanwege mijn Liefde voor jou die écht beter is dan de hare.
Natuurlijk is er een groot verschil tussen Metta en romantische liefde. Maar dit soort ethische vraagstukken is wel degelijk herkenbaar voor ons. Want waarom zou ik Power Mode mogen gebruiken tegen ‘de anderen’, hoe zeker weet ik dat ik echt werk vanuit universele Metta en Love mode ook naar pakweg de aandeelhouders van mijn tegenstanders-bedrijf, of naar de natuurbeschadigende bio-industrie of de boeren, toe? Of vergroot ik mijn eigen ego-belangen en schoffel ik die van de anderen onder tafel? Nogmaals, check met je spirituele vriendschappen…
De tweede is nadrukkelijk politiek bedoeld, en uit een tijd dat deze groep (U2) nog enige geloofwaardigheid had als oproeper tot een betere wereld.
Pride (in the name of love) gaat primair over Martin Luther King en de moord op hem
https://www.youtube.com/watch?v=LHcP4MWABGY
One man caught on a barbed wire fence
One man he resist
One man washed on an empty beach
One man betrayed with a kiss
In the name of love
What more in the name of love
In the name of love
What more in the name of love
(nobody like you…)
Early morning, april 4
Shot rings out in the Memphis sky
Free at last, they took your life
They could not take your pride
Maar als we naar interviews met betrokkenen luisteren gaat het om wat breders dan alleen de zwarte burgerrechtenbeweging, waar ik boven al wat dingen over schreef. (Niet geweldloos wel geweldsarm, en mogelijk verdedigbaar als Power-mode-ondergeschikt-aan-Love-mode omdat er in de Deep South-cultuur waar ook de moordenaar uit voortkwam erg veel ethisch mis was, en misschien nog steeds is.) Het gaat ook om staan voor en trots zijn met je idealen, om de toen nog prille vredesbeweging in (Noord-)Ierland die de jeugd van de U2-leden getekend heeft, etc etc. Dit alles ‘in the name of love’, en hier wordt wél naastenliefde bedoeld wat redelijk parallel loopt aan Metta. En dat boeddhistische ideaal van Metta is waar we met zijn allen voor willen staan toch, als het makkelijk gaat maar ook als we tegenstand ervaren!
Conclusies
Metta meer en meer in de praktijk brengen is een ‘missie’ voor elke serieuze boeddhist. En in jezelf en rondom jou zal dat soms complexer zijn dan gedacht. Daardoor zal ook de verleiding opkomen om ‘de situatie een zetje te geven’, om iets dat zelf niet zo ethisch is te gaan doen ‘om bestwil’. Dat heet Upaya. Maar het is makkelijk om Upaya aan te roepen zonder dat je het vereiste spirituele niveau hebt om dat goed te kunnen, en het gevolg is dat je helemaal niet vanuit Metta maar vanuit duistere emoties handelt. Dus wees héél, héél erg voorzichtig voordat je deze ‘Power Mode’ inzet en check altijd gedetailleerd met je spirituele vrienden/dinnen alvorens die stap te nemen!