Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. We zijn inmiddels wel over de helft van de soetra, maar nog niet aan het einde. Deze keer:
Intermezzo
Deze bijdrage gaat over het schrijven van deze column over de Lotus=soetra. Ik heb het gevoel dat het nodig is een en ander toe te lichten, om misverstanden te voorkomen. Om te beginnen meen ik te mogen concluderen dat er mensen zijn die denken dat ik een deskundige ben op het gebied van soetra’s in het algemeen. Nee! Dat ben ik niet. Ik ben geen soetra-loog, soetra-soof of soetra-bolleboos. Het lezen van de Lotus-soetra brengt mij op allerlei gedachten, en die schrijf ik op om het resultaat vervolgens op te sturen naar de redactie van het Boeddhistisch Dagblad. Spontaan. Dat houdt in dat ik mijn woorden niet eerst op goudschaaltjes afweeg om te voorkomen dat er misschien, wellicht, per ongeluk, onbedoeld en abusievelijk (nog wat vergeten?) een incorrectheid in staat. Kom op zeg. Als ik dat moet doen, is voor mij de lol er af. Dus ja, ik weet zeker dat ik onzorgvuldig, onwetenschappelijk, ondit en ondat bezig ben en ik adviseer bij deze iedereen mijn schrijfsels niet al te serieus te nemen. Behalve deze zin: “Neem niets zomaar voor waar aan, maar toets het altijd zelf.”
Ik gebruikte vroeger voor mijn studenten het volgende zinnetje om duidelijk te maken wat close reading inhoudt: “Jantje loopt over het gras.” Een zinnetje met slechts vijf woordjes. Wat staat daar nou precies?
- JANTJE loopt over het gras. Dus niet Pietje, Annie of iemand anders.
- Jantje LOOPT over het gras. Hij fietst niet, kruipt niet, huppelt niet, rolt niet…
- Jantje loopt OVER het gras. Hij loopt er niet omheen. En hij springt er ook niet overheen.
- Jantje loopt over HET gras. Heel bijzonder gras! Het zijn niet zomaar wat polletjes.
- Jantje loopt over het GRAS. Hij loopt dus niet over een sintelbaan of schelpenpad…
Als je mijn columns zo leest, ga je eraan voorbij dat ik nooit de intentie heb gehad dat jij ze zo zou moeten lezen. Ben je gek! Nogmaals, ik schrijf spontaan, stuur op… en vergeet wat ik geschreven heb. En jij – beste lezer – mag er in lezen wat jij wilt lezen. Het is daardoor voorstelbaar dat ik iets opschrijf waardoor sommige lezers denken dat ik niet weet waar ik het over heb. Daar vergissen ze zich echter in. Ik zit niet uit mijn nek te kletsen, vind ik zelf. Iedere column zegt iets over mijzelf. Iedere column is geschreven vanuit mijn oprechte wens mijn gedachten van dat moment te delen. Ik lees die columns zelf na publicatie in het BD ook na. En dan denk ik de ene keer: “dat staat er wat ongenuanceerd”; een andere keer “hoe kom ik er op”, en zelfs wel eens “wow, goed gezegd” of “onzin!”. Daarom kan ik accepteren dat anderen ook dat soort gedachten hebben na lezen van mijn bijdragen. Prima. En dat ik mijn gedachten van dat moment deel, houdt in dat ik niet uitsluit dat ik morgen andere gedachten heb. Neem van mij maar aan dat ik, toen ik twintig was, andere gedachten koesterde dan toen ik dertig was, en dat toen ik dertig was… Enzovoorts. Ik durf te wedden dat ik over tien jaar weer ander gedachten heb. Eerlijk gezegd denk ik nu ook dat het vreemd zou zijn wanneer ik over tien jaar nog net zo over van alles en nog wat denk als nu. Het zou betekenen dat ik geen enkele ontwikkeling meer zou hebben doorgemaakt.
Zullen we het voor de verandering nog even over Boeddha hebben? Het lijkt mij aannemelijk dat ook Boeddha zich zijn hele leven is blijven ontwikkelen. Hij werd tachtig, volgens historici. Zou hij zich na het bereiken van zijn verlichting onder de Bodhiboom ruim 45 jaar helemaal niet meer ontwikkelt hebben? Nu zeg ik spontaan: daar geloof ik niks van. Of wacht even… ik heb het over de mens Shakyamuni., niet over de Eeuwige Boeddha. De (Het) laatste (eerste / enige) is onveranderlijk hetzelfde / dezelfde (kies maar), en … pfff. Lastig hoor om het correct op te schrijven. En was het wel ZIJN verlichting en niet gewoon DE verlichting of ging hem alleen maar een licht op?
Vaak lezen we wat we willen lezen. Nee, dat zeg ik verkeerd. Vaak lezen we wat we vrezen te lezen. Nee, nee, dat zeg ik weer verkeerd. Vaak lezen we wat we hopen … weet je wat? Lees jij maar en dan schrijf ik. Het is sowieso anders. Totaliter aliter.