Ik schreef een tijdlang verhalen in de serie Boeddha in Bedrijf voor een boeddhistisch magazine. En maakte kennis met vreemde vogels voor wie normale mensen hun neus op zouden trekken.
Zo interviewde ik een boeddhistische zuipschuit die het drinken niet kon laten en hoopte in een volgend leven wel alcoholvrij te zijn. Hij wilde de tekst van het artikel van tevoren lezen. Die was nogal lang uitgevallen omdat ik alles uit de kast had gehaald om zijn drankzucht in een boeddhistisch jasje te steken en te verklaren. Na het rode potlood kreeg ik de tekst terug, er waren een paar regels overgebleven. De zuipschuit vatte het samen: jammer maar helaas, om de woorden van Wim T. Schippers te gebruiken. Er viel niks te verklaren.
Ik interviewde ook een boeddhistische inbreker. Die kon het stelen niet laten, hij jatte om er zelf beter van te worden. Hij verlangde niet zozeer naar een inbraakvrij nieuw leven, het huidige vond hij goed genoeg. Wel veel avond- en nachtwerk. Hebzucht leek zijn motief. Dat verklaarde veel.
Als misdaadverslaggever verkeerde ik vele jaren tussen ernstige boeven en gangsters dus ik was wel wat gewend. Dat hielp mij ook om met boeddhistische buitengewone lieden om te gaan want die zijn er genoeg binnen het boeddhisme. De GGZ is er niks bij.
Toen ik pas het Boeddhistisch Dagblad uitgaf bezocht ik heel wat sangha’s en boeddhistische organisaties en hooggeleerde personen om daar kennis mee te maken. Ik reisde wat af. In sommige sangha’s werd ik met enige argwaan bekeken: wat doet die journalist hier? Daar viel veel te verbergen.
Privé zat ik als volger van de dhamma elke dinsdagavond bij Tegen de stroom in in een centrum in Hillegersberg. We mediteerden en daarna werden ervaringen met wat dan ook uitgewisseld. Wat voelde ik me als vreemde vogel thuis in dat diverse gezelschap, ik mag wel zeggen zeer divers van het Rotterdamse kaliber niet lullen maar poetsen. Helaas werd deze groep zoekers en vinders op een dag opgeheven.
Alles is vergankelijk maar dat is niet altijd leuk.
Moedig voorwaarts!
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
