Wat is nou eigenlijk ziek zijn. Wanneer ben je ziek? Bij een goede verkoudheid kan je je echt ziek voelen. In jouw optiek ben je ziek. Je voelt je beroerd, kruipt in bed, hoeft helemaal niets. En voor een ander is het totaal anders. Wie of wat? bepaalt je mate van ziek zijn.
Als kind hoefde ik als ik me ziek voelde niet naar school als ik koorts had, achtendertig graden. Daar beneden was er geen discussie mogelijk, naar school. Hoe beroerd ik me ook voelde. Hopelijk doen ouders dat nu anders. Je kunt je gewoon beroerd voelen, niet lekker in je vel zitten, nergens zin in hebben. Ziek zijn is een raar gebeuren.
Mijn vrijwilligerswerk brengt me op plaatsen waar je als gewoon mens niet komt en brengt me in contact met mensen die ‘normaal gesproken’ niet tegen zou zijn gekomen in mijn leven, laat staan dat ik met ze zou praten. Veel van deze mensen zijn ziek, zo ziek zelfs dat ze niet of nauwelijks te behandelen zijn. Van deze mensen leer ik veel.
Hoe doen we het toch in ons leven, en wat is leven eigenlijk? Aan ziek zijn denken we zo min mogelijk, en als we ziek worden willen we zo snel mogelijk beter worden door naar de dokter te gaan, te rekenen op goede medicatie die ons zo snel mogelijk weer ‘op de been’ helpt. Sommigen stellen zelfs harde eisen, bedreigen, als ze niet krijgen wat ze willen. (tweederde van de doktersassistenten heeft te maken met een vorm van geweld op het werk volgens de NVDA (Nederlandse Vereniging van Dokters-assistenten)).
Waarom, waarom moeten we zo snel mogelijk weer op de been? Om weer deel te nemen aan dat wat we ‘leven’ noemen? Werken, vaak hard werken, sociale contacten onderhouden, erbij willen horen. Gezien worden, de ratrace waarvan we weten dat de stress die het met zich meebrengt ons erg ziek kan maken. We geven ons lichaam in de meeste gevallen niet eens de kans om zichzelf te genezen waar het in veel gevallen prima toe in staat is. We staan er niet bij stil hoe blij we moeten zijn dat ons lichaam het ‘gewoon’ doet. We nemen het voor normaal, voor granted, aan.
En wat doe ikzelf? Zeker met deze warmte me helemaal niet druk maken. Proberen invulling te geven aan mijn leven, wat leven dan ook is. Me overgeven aan niet weten, want is het immers niet de mind die ons gevangen houdt? Proberen dankbaarheid te leven. Te koesteren dat ik in deze omstandigheden op dit plekje op deze planeet, in dit universum mag leven. Proberen mijn dankbaarheid te laten schijnen over de manier waarop ik denk met mijn ziek zijn om te moeten gaan. Nog te kunnen denken, te kunnen schrijven, te kunnen lachen; hoe beroerd ik me soms ook voel.
De weg naar de dood ligt geplaveid met allerlei valkuilen. Het is weliswaar rustgevend om te weten dat er geen dood is, en daarmee geen vrees, alleen de weg er naartoe vind ik soms lastig. Statistisch gezien had dit lichaam al dood moeten zijn. Door bepaalde keuzes van behandelen en zéker van niet behandelen leeft het nog. De bijwerkingen van de behandelingen zijn pittig en er zijn daardoor dingen die ik niet meer kan. Dingen waarvan ik voor de behandeling zei, dacht, dat als me dit overkomt dan hoef ik niet meer te leven. Ondanks dat het helaas wel is gebeurd ben ik tevreden met het leven dat ik leid. Af en toe is er lijden en dat zal ongetwijfeld toenemen. Dat is dan, nu niet.
Remy Hart zegt
Dank je wel,Jan
Wulf zegt
Dank voor het delen van een indrukwekkend deel van je leven!